Daarbij is zoveel mogelijk gekeken naar wat praktisch haalbaar is voor de boer. Onderzoekers Ruurd Jorritsma externe linken Thomas Schonewille externe link(faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht) verwachten problemen door de nieuwe regels voor de voeding van melkvee.
De maximering van eiwitgehalten van krachtvoeders, de eiwitmaatregel, is een tijdelijke maatregel voor de laatste 4 maanden van dit jaar. Jorritsma: “De regeling is in het leven geroepen om via de verlaging van het eiwitgehalte de stikstofuitstoot terug te brengen om daarmee ruimte te creëren om te bouwen. Dat laatste is uiteraard goed nieuws.”\
Regeling richt zich vooral op krachtvoer
Volgens de minister zal de regeling niet ten koste gaan van de diergezondheid en de productie, maar dat is volgens de wetenschappers nog maar de vraag. “We denken dat het mogelijk is om rantsoenen met een lager eiwitgehalte te maken, het probleem is echter dat de regeling zich, vanwege de handhaafbaarheid, niet richt op het totale rantsoen, maar op het krachtvoer. Onze inschatting is dat het voor de veehouders een enorme uitdaging is om voor alle dieren en lactatiestadia een passend rantsoen te maken. Een deel van de melkveehouders zal daar vast in slagen, maar in die gevallen is het dan wel de vraag in hoeverre de eiwitmaatregel het gewenste effect op het milieu sorteert”, legt Schonewille uit.
Vervetting van de koeien
Bij de melkveehouders die er niet in slagen om de rantsoenen succesvol aan te passen, is er een grote kans op suboptimale melkproductie en daarmee samenhangend, vervetting van de melkkoeien. In dat geval kan de eiwitmaatregel voor de koeien uiteindelijk wel een een hele lactatie duren en zelfs een negatief effect hebben op de daaropvolgende lactatie.
Jorritsma: “Vervetting tijdens de lactatie leidt tot een grotere kans op melkziekte, het ontwikkelen van leververvetting en slepende melkziekte. We maken ons zorgen over de nieuwe regeling en we moeten helaas concluderen dat men de risico’s voor de diergezondheid onderschikt heeft gemaakt aan de handhaafbaarheid van de regelgeving.”