Kleigrond/bagger wordt daarmee een waardevolle en bruikbare grondstof. Het sluit aan bij de landbouwdoelstellingen voor klimaatneutrale productie. In de winter van 2019 is hiervoor een proef aangelegd op Proefboerderij De Marke van Wageningen Livestock Research.
Betere mineralenbenutting, minder nitraatuitspoeling en CO2-emissie
Op de oostelijke zandgronden in Nederland is het lastig boeren. De grond is op veel plaatsen schraal, met een beperkt organische-stofgehalte en een dunne toplaag; soms maar 20 cm. De zandige bodem zorgt niet alleen voor lagere gewasopbrengsten en slechte mineralenbenutting, maar ook voor meer nitraatuitspoeling.
Zandgrond verrijken met kleigrond kan het vocht- en mineralenbergendvermogen van de bodem verbeteren. Bovendien kan klei de afbraak van organische stof afremmen waardoor het organische-stofgehalte in de bodem toeneemt. Dat is gunstig voor zowel de mineralenbenutting als de reductie van CO2-emissie; een belangrijke factor voor het beperken van de broeikasgasemissies.
Proef met kleitoevoeging aan zandbodem
De driejarige proef vindt plaats op een perceel grasland en op een perceel maïsland van De Marke. Daarbij gaat het om twee kleivarianten:
zware zavel uit Aerdt, Liemers (lutum 20%)
zware klei uit Tricht, Betuwe (lutum 60%)
Op grasland zijn de beide kleisoorten opgebracht met een meststrooier, die er mooie kleine korrels van maakte. De totale dikte van de kleitoevoeging is zo’n 1,5 cm. Dit zal de komende twee jaar herhaald worden. Op maïsland zijn de kleivarianten in twee diktes aangebracht: 5 en 10 cm. Deze worden met een spitmachine gemengd met de onderlaag. Vervolgens meten we bij alle varianten de veranderde bodemkwaliteit, het vocht- en mineralenbergendvermogen en de gewasopbrengst.