De dolk werd ontdekt door de Britse archeoloog Howard Carter, samen met een andere dolk. Ze werden in 1952 ontdekt in de tombe van de farao. De ene dolk had een gouden lemmet, de tweede een ijzeren. De experts waren zeer verrast door deze ontdekking, omdat ijzerwerk zeer zeldzaam was in de tijd dat Toetanchamon leefde en bovendien vertoonde de dolk na al die jaren geen roestplekken.
Uit het onderzoek van Italiaanse en Egyptische wetenschappers die de dolk met scans analyseerden, bleek dat het lemmet bestaat uit ijzer met 10,8% van het gewicht aan nikkel en 0,58% van het gewicht aan kobalt, een sterke aanwijzing dat het ijzer afkomstig is van een meteoriet. Egyptoloog Jacobus van Dijk in de Volkskrant: 'We vermoeden al langer dat het lemmet gemaakt was van ijzer afkomstig van een meteoriet. Nu kunnen we dat eindelijk bevestigen. Het Egyptische woord voor ijzer is niet voor niets ‘ijzer-uit-de-hemel’, ‘bia-en-tet’.' Het is bijzonder dat de Egyptenaren al dit metaal gebruikten, ijzeren voorwerpen zoals deze dolk stammen uit een periode lang voor de ontdekking van de ijzerwinning uit ijzererts.
De dolk is niet het enige buitenaardse voorwerp dat in de tombe van Toetanchamon is gevonden. Een sieraad in het graf bevat een scarabee van silica-glas. Dat is hoogstwaarschijnlijk gevormd als gevolg van de inslag van een meteoriet of komeet.