De inzittenden van de auto hoorden opeens een hevige klap. De voorruit bleek kapot en ook de zijruit aan de passagierskant bleek een gat te zitten. Zij vonden in de auto ook een metalen voorwerp, wat later een 7 mm kogel bleek te zijn. Beide inzittenden raakte licht gewond door glassplinters.
Omdat de bijrijdster zeer exact kon aangeven op welk punt de auto door de kogel geraakt was, konden politiemensen de plaats van het incident tamelijk nauwkeurig bepalen. Agenten meenden dat de kogel vermoedelijk afkomstig was uit een jachtgeweer.
Een geraadpleegde jachtopziener uit de omgeving bevestigde dit en wist bovendien welke verlofhouders in de omgeving beschikten over een dergelijk wapen. Al snel kon worden vastgesteld dat een jager uit Lienden rond het tijdstip van het incident in de buurt van de Betuwelijn een gans geschoten had. Gezien het type wapen en kaliber dat de jager hiervoor gebruikte, het tijdstip en de locatie is het volgens de jachtopziener aannemelijk dat hierbij onopzettelijk de passerende auto is geraakt. De jager heeft niets gemerkt van het incident en heeft zijn volledige medewerking aan het onderzoek toegezegd.