dinsdag, 1. juli 2014 - 11:44 Update: 03-07-2014 0:33

Veel ouders 40-plussers nog in leven

foto van ouders | fbf archief
Foto: fbf archief
Den Haag

Het aantal 40-plussers van wie één of beide ouders nog leven nam enorm toe de afgelopen tien jaar. Ondanks deze toename bleef het aantal huishoudens waarin volwassen kinderen met hun ouders op leeftijd samenwonen nagenoeg gelijk.

In 2013 hadden meer dan 1,8 miljoen 40-plussers nog twee levende ouders. Dit is 50 procent meer dan tien jaar eerder. Voor mensen tussen de 50 en 60 jaar steeg het aandeel met beide ouders in leven van 11 naar 17 procent (een stijging van 234 naar 410 duizend). In 2013 had 16 procent van alle zestigers (312 duizend) nog een moeder tegen 14 procent (200 duizend) tien jaar eerder.

Aantal woningdelers constant
In 2013 woonden 182 duizend ouders in de AOW-gerechtigde leeftijd samen met één of meerdere volwassen kinderen in één huis. Dit aantal blijft redelijk constant, ondanks het feit dat steeds meer mensen op middelbare leeftijd nog één of beide ouders hebben. Meestal gaat het om een woonsituatie van ouders die een huishouden delen met één volwassen kind. Het geldt niet voor alle gevallen, maar woningdelen kan een uitkomst zijn, als een van de bewoners – het kind of de ouder – extra zorg nodig heeft.

Aandeel woningdelers klein

Afgezet tegen het totale aantal volwassen kinderen met levende ouders, is woningdelen een relatief zeldzaam fenomeen. Zo deelt van alle volwassen kinderen tussen 30 en 40 jaar oud waarvan beide ouders nog leven, 1,3 procent een woning met hen. Binnen alle leeftijdsgroepen kinderen nam het aandeel woningdelers met ouders boven de 65 in de afgelopen tien jaar af. Een uitzondering zijn de jongvolwassenen (18 tot 30 jaar) die met beide ouders wonen: hier nam het aandeel licht toe, van 0,6 naar 0,8 procent.

Vaak al lange tijd
Ruim de helft van de huishoudens waarin kinderen samenwonen met ouders op leeftijd doet dit al sinds 1995, het begin van de Gemeentelijke Basisadministratie, dus minimaal 18 jaar. Verder gaat het veel vaker om een zoon dan een dochter die de woning deelt met ouders en ligt het aandeel arbeidsongeschikten iets hoger dan gemiddeld.

Ouders helpen is gewenst, ze in huis nemen niet
In het Onderzoek Gezinsvorming van het CBS is gevraagd naar de mening over de mate waarin ouders en kinderen elkaar zouden moeten helpen. Daaruit blijkt dat de helft van de Nederlanders vindt dat volwassen kinderen verantwoordelijk zijn voor de zorg voor hun ouders. Daarentegen vindt slechts een op de tien dat kinderen hun ouders in huis zouden moeten nemen.

Provincie: