Volgens de beroepsorganisatie verschuiven de bezuinigingen nu van het ziekenhuis naar de wijkzorg. Van Kooten: “De wijkverpleging staat al jaren onder druk, de personeelstekorten zijn schrijnend en zorgprofessionals verlaten massaal het vak. In plaats van investeren kiest de minister ervoor om opnieuw te korten op een sector die juist extra ondersteuning nodig heeft. Dat is niet alleen onacceptabel, het is ook onhoudbaar.”
Structurele onderbetaling
Een bijkomende frustratie is volgens NU’91 dat de minister haar keuze verdedigt door te wijzen op zogenaamde onderuitputting in de wijkzorg. “Dat is ronduit misleidend,” zegt Van Kooten. “Al jaren stellen we vast dat salarissen in de wijkverpleging flink achterlopen op vergelijkbare publieke sectoren. Zorgprofessionals in de wijk verdienen beter, maar krijgen minder. En nu beweert de minister dat er geld over zou zijn. Dat is de wereld op zijn kop. Waar blijft de échte waardering?”
Wijkverpleging essentieel voor zorgketen
De wijkverpleging speelt een cruciale rol in de zorgketen. Mensen blijven langer thuis wonen en hebben daarom hoogwaardige, deskundige thuiszorg nodig. “Door nu opnieuw op deze zorg te korten, ondermijnt het kabinet niet alleen de wijkverpleging maar zet het ook de kwaliteit van onze hele zorgketen op het spel,” benadrukt Van Kooten. “Wederom worden verpleegkundigen en verzorgenden gebruikt om gaten in de begroting te dichten. De minister probeert een probleem op te lossen door een ander probleem te creëren. Dat kunnen en mogen we niet laten gebeuren.”
Neem verantwoordelijkheid
NU’91 roept minister Agema en de Eerste Kamer op om hun verantwoordelijkheid serieus te nemen. “Zorgprofessionals verdienen structurele oplossingen, geen nieuwe problemen,” aldus Van Kooten. “Op 1 april stemt de Eerste Kamer over de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Wij verwachten van leden van de Eerste Kamer dat zij opkomen voor de wijkverpleging en deze bezuinigingen van tafel vegen. Zorgprofessionals verdienen waardering en een eerlijk salaris. Geen verdere afbraak.”