Het HARC-team, een samenwerking van de douane, de FIOD, de Zeehavenpolitie en het Openbaar Ministerie, ontdekte in totaal in de Rotterdamse haven 189 keer een partij drugs. De douane vond met ondersteuning van de Zeehavenpolitie van Vlissingen elf partijen. Dezelfde Zeehavenpolitie onderschepte eigenhandig een grote partij in Moerdijk. Het HARC-team in Rotterdam startte in 2024 80 strafrechtelijke onderzoeken op. Dit is iets minder dan in 2023 toen het om 88 onderzoeken ging. Dit heeft te maken met de tijd die onderzoeken kosten en onderzoeken die in 2023 startten en in 2024 doorliepen. In Vlissingen werden in 2024 25 nieuwe onderzoeken gestart. Tien onderzoeken die in 2023 gestart werden, liepen afgelopen jaar door.
Opvallend is het onderzoek Acropolis van Zeeland-West-Brabant dat in 2024 leidde tot de arrestatie van drie mannen die samen de directie vormden van bedrijf in de haven van Vlissingen. De drie worden verdacht van grootschalige cocaïnesmokkel. Op last van de burgemeester is het op- en overslagbedrijf van bulkgoederen gesloten. Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen die wijzen op een verband tussen de daling van onderschepte kilo’s cocaïne in Rotterdam en de lichte stijging ervan in Zeeland-West-Brabant. In dit gebied zijn er naast Vlissingen ook in Terneuzen en Moerdijk havens.
Uithalers
2023 was voor Rotterdam een dieptepunt voor wat betreft het aantal aangetroffen uithalers. In totaal werden er toen 452 aangehouden. In 2024 is een flinke afname te zien. 266 keer werd een uithaler betrapt. Het grootste deel van de opgepakte uithalers is tussen de 18 en 22 jaar (42%). Er werden 59 minderjarigen aangehouden. De jongste uithaler was 14, de oudste uithaler was 63 jaar oud. Hoewel er nog steeds geprobeerd wordt drugs uit bijvoorbeeld koelcontainers veilig te stellen, hebben onder andere opgeschroefde beveiligingsmaatregelen van de bedrijven die in de haven actief zijn én bijvoorbeeld de inzet van drones door de douane de haven minder aantrekkelijk gemaakt voor uithalers.
In Vlissingen werden 12 uithalers, van wie 8 in januari 2024, aangehouden. In het onderzoek dat volgde kwamen de vermoedelijke opdrachtgevers in beeld en konden ook zij in de boeien worden geslagen. Daarna zijn er geen uithalers meer op de betreffende terminal aangetroffen. Het lijkt er sterk op dat de betreffende smokkelroute door de interventie is stilgelegd.
Toename kleinere partijen
Opvallend is de stijging van het aantal kleinere partijen verdovende middelen in de Rotterdamse haven. Het gaat dan om zendingen van minder dan 100 kilo. In 2024 waren dit er 115. Een reden achter de stijging zou kunnen liggen in het feit dat criminelen aan risicospreiding doen. Overigens worden er nog steeds grote vondsten cocaïne (boven de 1000 kilo) gedaan. De grootste vondst in Rotterdam bedroeg 3628 kilo. In Moerdijk ging het Openbaar Ministerie Zeeland-West Brabant aan de slag met de vondst van 3097 kilo. De grootste vondst in Vlissingen was in juni toen 3630 kilo cocaïne tussen bananen werden ontdekt.
Publiek-private samenwerking
Om drugssmokkel in de havens van Vlissingen en Rotterdam tegen te gaan is een hechte samenwerking met havenbedrijven en rederijen in en om de havens van cruciaal belang. In 2024 heeft dat verder gestalte gekregen. Bedrijven zijn nog alerter geworden op signalen die kunnen wijzen op corruptie. Het is goed om te merken dat ook de private partijen de havens in Rotterdam en Zeeland-West-Brabant (ZWB) veiliger willen maken. Hoewel dit een traject is dat tijd kost, is er goed contact en samenwerking. Het komend jaar wordt daar verder gestalte aan gegeven. Eén van de maatregelen die door de bedrijven in Rotterdam is genomen is het opzetten van de zogenoemde Vertrouwensketen. Via beveiligde techniek is fraude met pincodes om containers van terminals te krijgen bijna niet meer mogelijk.
Net als in Rotterdam heeft de aanpak van ondermijnende criminaliteit in de havens van Zeeland-West-Brabant een hoge prioriteit. De ‘eigen’ Zeehavenpolitie, die sinds 2023 met meer ogen en oren aanwezig is en volledig focust op de havens van ZWB, jaagt niet alleen op criminelen maar doet er ook alles om inzicht te krijgen in hun manier van werken. Nauwe samenwerking met de douane, FIOD, Koninklijke Marechaussee en Openbaar Ministerie is daarbij van cruciaal belang. Door op de juiste momenten informatie uit te wisselen kunnen steeds vaker drugstransporten worden onderschept en criminele samenwerkingsvormen in beeld worden gebracht.
In 2024 werden 10 zogenoemde CargoCards ingenomen. Twee meer dan in 2023. De kaart geeft toegang tot het haventerrein in Rotterdam en is dus gewild bij criminele groeperingen om dichtbij containers te komen of ze van het terrein af te krijgen. De Zeehavenpolitie heeft in 2024 17 bestuurlijke rapportages opgemaakt waarin bedrijven werden ingelicht over mogelijk illegaal gebruik van de CargoCards dan wel het vermoeden van illegaal gebruik van de kaart door bijvoorbeeld bedrijven die werden ingehuurd voor transport van goederen. In alle gevallen is daar op geacteerd en daarmee blijkt de zogenoemde artikel 19 WPG-procedure een succesvol middel in de strijd tegen drugscriminaliteit.
Banden met Zuid-Amerika verder aangehaald
Afgelopen jaar is door leden van het HARC-team een werkbezoek gebracht aan Zuid-Amerika. Dat was een vervolg op een internationaal bezoek met onder andere afvaardigingen van de steden Rotterdam, Hamburg en Antwerpen. Het is enorm belangrijk om in nauw contact te staan met bronlanden om zodoende smokkelmethodes en informatie over zendingen die richting Europa komen in een vroeg stadium in beeld te krijgen.
Omgekeerd wordt er informatie gedeeld over vondsten in Nederland om bronlanden te wijzen op cocaïnetransporten. Zo kreeg het HARC-team in Rotterdam 36 zogenoemde rechtshulpverzoeken uit het buitenland. Dit zijn verzoeken voor informatie om elders strafrechtelijke onderzoeken verder vorm te geven. In 2023 kwamen 22 verzoeken binnen. Het geeft aan dat de uitwisseling van informatie met buitenlandse opsporingsinstanties steeds meer resultaat oplevert, waardoor steeds meer verdovende middelen in bron- en transitlanden worden onderschept.
Ook is door de Zeehavenpolitie van Rotterdam en Vlissingen samen met de douane en het Havenbedrijf een bezoek gebracht aan Zuid-Amerika. In Colombia wordt in Antioquia een nieuwe haven gebouwd en vanuit Nederland zijn adviezen rondom onder andere de beveiliging van het terrein gegeven.