Beperkt spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden bij tbs-maatregelen
Per 1 januari 2025 treedt het beperkte spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden in werking voor tbs- en pij-verlengingszittingen waarop voorwaarden worden besproken. Een pij-maatregel wordt ook wel jeugd-tbs genoemd. Het spreekrecht geldt alleen voor zittingen waarbij voorwaarden worden opgelegd aan de dader of worden gewijzigd. Het spreekrecht houdt in dat slachtoffer en nabestaanden voortaan op de zitting kunnen toelichten welke beschermingsbehoefte zij hebben. Ze kunnen bijvoorbeeld vragen om een contactverbod of locatieverbod. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet in het versterken van de positie van slachtoffers en nabestaanden tijdens de uitvoering van een straf. Het beperkt spreekrecht maakt onderdeel uit van de Wet Uitbreiding Slachtofferrechten (WUS). In de WUS is een aantal maatregelen opgenomen die de positie van slachtoffers van strafbare feiten verbeteren. Hiermee wil het kabinet bijdragen aan een verdere versteviging en verankering van de positie van het slachtoffer in het strafproces. De verschillende onderdelen van de WUS zijn op verschillende data in werking getreden.
VOG politiegegevens voor medewerkers particuliere jeugdgevangenissen
Op 1 juli 2022 startte de screeningsautoriteit Justis met het afgeven van de Verklaring Omtrent het Gedrag politiegegevens (VOG P). Vanaf 1 januari 2025 wordt de VOG P verplicht voor een aantal functies bij de particuliere jeugdgevangenissen Lelystad en Teylingereind, ook wel bekend als de particuliere Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI’s), omdat dit functies zijn waarvoor een hoge mate van integriteit is vereist. Dit betekent dat altijd politiegegevens worden opgevraagd bij een VOG-aanvraag voor deze functies. Ook kan de VOG worden geweigerd op basis van (enkel) relevante politiegegevens. De VOG P wordt verplicht voor zowel huidige als nieuwe medewerkers. De VOG P gold al voor bepaalde functies in de Rijksjeugdgevangenissen. Functies waar een VOG P voor verplicht wordt zijn onder meer inrichtingsbeveiligers, groepsleiders en pedagogisch medewerkers.
Vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht in civiele procedures
De wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht verbetert en versimpelt de mogelijkheden voor partijen om belangrijke informatie te krijgen over een geschil vooraf en tijdens een civiele procedure. Hiervoor worden het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten gewijzigd. Het bewijsrecht regelt wanneer en hoe partijen in een civiele procedure bewijs mogen of moeten leveren van de feiten die de partijen gebruiken om hun standpunt in de procedure te onderbouwen. De wetswijziging maakt het mogelijk om verschillende manieren om aan bewijs te komen in één verzoek aan de rechter voor te leggen. Een getuigenverhoor kan bijvoorbeeld samen met een deskundigenonderzoek of inzage in informatie van een ander worden aangevraagd. De regels om informatie bij een ander op te vragen, worden verduidelijkt en meer in overeenstemming gebracht met de andere manieren om aan bewijs te komen. Verder wordt de mogelijkheid om door een gerechtsdeurwaarder beslag te laten leggen op bewijsmateriaal in de wet vastgelegd. Een gerechtsdeurwaarder kan ook een bepaalde feitelijke toestand objectief beschrijven in een proces-verbaal van constateringen. Dit levert voortaan dwingend bewijs voor de rechter op. Daarnaast verduidelijkt de wet de rol van de rechter bij de waarheidsvinding door aan te geven dat de rechter de ruimte heeft om actief met partijen te spreken over de door hen aangevoerde feiten.
Aanpassing geschillenregeling en verduidelijking toegangseisen enquêteprocedure voor aandeelhouders
Soms hebben aandeelhouders geschillen over de gang van zaken binnen een vennootschap. In dat geval moet het recht voorzien in een snelle en efficiënte geschiloplossing. Dit is van belang voor de continuïteit van de vennootschap en de werknemers van de vennootschap. Om deze geschillen op te lossen bestaan twee procedures: de geschillenregelingsprocedures en de enquêteprocedure. Met de aanpassingen uit de Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure worden per 1 januari 2025 deze procedures gemoderniseerd. De geschillenregelingsprocedures houden in dat aandeelhouders die de vennootschap ernstig schaden, gedwongen kunnen worden uitgekocht door hun mede-aandeelhouders en dat aandeelhouders van wie de belangen ernstig worden geschaad door hun mede-aandeelhouders het recht hebben om te worden uitgekocht. Om de effectiviteit van deze regeling te vergroten, regelt de nieuwe wet dat deze procedures worden behandeld door de ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Op deze manier wordt een snelle en tegelijkertijd deskundige afronding van de procedures zo veel mogelijk gewaarborgd. Ook worden met de nieuwe wet de gronden uitgebreid waarop en aan wie de procedures kunnen worden toegewezen. Dit maakt de regeling laagdrempeliger. Met de enquêteprocedure kan de ondernemingskamer op verzoek van belanghebbenden, zoals aandeelhouders maatregelen treffen als sprake is van wanbeleid. Om de toegang tot een enquêteprocedure te verduidelijken wordt een nieuwe toegangseis ingevoerd, specifiek voor kapitaalverschaffers van beursvennootschappen. De huidige eisen worden daarmee verduidelijkt.
Verhoging bedragen voor alimentatie met 6,5 procent
Per 1 januari 2025 worden de bedragen voor levensonderhoud (alimentatie) verhoogd met 6,5 procent. Deze bedragen worden elk jaar geïndexeerd met een bepaald percentage. Op deze manier hoeven mensen die recht hebben op alimentatie niet elk jaar om een verhoging te vragen. Alimentatie is de plicht die verschillende mensen hebben om elkaar te onderhouden zoals (ex-)echtgenoten, (ex-) geregistreerde partners en ouders die hun kinderen moeten onderhouden tot de leeftijd van 21 jaar. De wet schrijft voor dat de verhoging van de alimentatie gelijk moet zijn aan de gemiddelde stijging van de lonen in Nederland van dat jaar. Het Centraal Bureau voor de Statistiek berekent dit gemiddelde.
Verlaging wettelijke rente naar 6 procent
Met ingang van 1 januari wordt de wettelijke rente verlaagd van 7 procent naar 6 procent. Onbetaalde vorderingen mogen met wettelijke rente verhoogd worden. Burgers met vorderingen ontvangen wettelijke rente als schadevergoeding. Burgers met schulden betalen wettelijke rente als schadevergoeding als zij niet betalen. De wettelijke rente is daarnaast een onderdeel van de maximale kredietvergoeding die gerekend mag worden voor het lenen van geld, rood staan en kopen op afbetaling. Met de daling van de wettelijke rente neemt deze maximale kredietvergoeding af tot 14 procent. De wettelijke rente wordt elk half jaar berekend op basis van de ECB-rente. De verlaging van de ECB-rente is de reden dat de wettelijke rente ook met 1 procentpunt daalt.
Beloningen voor curatoren, bewindvoerders en mentoren omhoog met ruim 6 procent
De beloningen voor curatoren, bewindvoerders en mentoren worden vanaf 1 januari 2025 verhoogd met 6,2583 procent. Zij ontvangen een beloning voor hun werk als wettelijk vertegenwoordiger op basis van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. Op grond van deze regeling worden de beloningen elk jaar geïndexeerd.
Jaarlijkse indexering tarieven vergoedingen tolken en vertalers
Ter verbetering van de algemene positie van tolken zijn per 1 juli 2020 de vaste uurtarieven voor tolken in het Besluit tarieven in strafzaken 2003 (Btis) vervangen door minimale uurtarieven. Deze tarieven worden sinds 1 januari 2024 jaarlijks geïndexeerd. Dit indexeringspercentage is gebaseerd op een cijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek, genaamd Cao-lonen, contractuele loonkosten en arbeidsduur inclusief bijzondere beloningen. Op 1 januari 2025 wordt het minimum uurtarief in het Btis voor vergoedingen voor tolken verhoogd van € 59,53 naar € 62,66 per uur. Dit is een verhoging van 5,263 procent ten opzichte van de tarieven over het kalenderjaar 2024.
Wijziging regelingen voor tijdelijk verlaten van de inrichting en selectie en plaatsing van gedetineerden
Per 1 januari 2025 wordt de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (Rtvi) en de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (Rspog) gewijzigd in verband met de uitkomsten van de invoeringstoets van de Wet Straffen en beschermen. Het betreft een inperking van langdurend en kortdurend re-integratieverlof ten behoeve van het sociaal netwerk. Dit is van belang om oneigenlijk gebruik van de mogelijkheden tot verlof te voorkomen en onnodige administratieve lasten te verlagen.