Vooral binnenlandse oorzaken
We schommelen in Nederland al langere tijd rond de 3%. In oktober van dit jaar was de inflatie in ons land 3,3% ten opzichte van het jaar ervoor. De eurozone doet het aanzienlijk beter met een gemiddelde van 2,0%. Het verschil roept vragen op. Waarom loopt ons land uit de pas? De energiekosten zijn niet de belangrijkste reden voor het verschil. We zullen de oorzaken bij onszelf moeten zoeken. De hogere inflatie in Nederland heeft vooral binnenlandse oorzaken en hangt onder meer samen met ons overheidsbeleid.
HICP-index, de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex
Als we het in dit artikel over inflatie hebben, bedoelen we de stijging van de HICP-index, de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex waarmee we de prijsontwikkelingen in alle eurolanden goed met elkaar kunnen vergelijken. Dagelijkse boodschappen, verzekeringen en diensten, waaronder huurprijzen, zijn hierin opgenomen. De huizenprijzen niet.
Accijnzen en btw spelen rol
De verhoging van indirecte belastingen, zoals de btw, leidt tot hogere prijzen van diensten, voeding en energie. In oktober 2024 was de inflatie in Nederland 3,3% en in het eurogebied 2,0%. Het verschil wordt voor zo’n 0,5 procentpunt verklaard door indirecte belastingen. Hierbij gaat het met name om de belastingverhogingen op tabak, alcohol en aardgas. Zonder die invloed ligt de inflatie in Nederland in 2024 redelijk op koers met 2,3%.
Lonen of winsten?
Bij prijsstijgingen denk je ook al gauw aan bedrijven die hogere prijzen vragen voor hun producten en diensten om meer winst te maken. Of aan vakbonden die voor hun leden hogere lonen eisen ter compensatie van de stijgende prijzen. Die hogere lonen berekenen bedrijven op hun beurt door aan de klant waardoor de prijzen verder stijgen, enzovoorts. Welke van deze twee ontwikkelingen is nou het meest bepalend geweest voor de inflatie?
Lonen én winsten
Het antwoord is: beide. Ze hebben de afgelopen jaren afwisselend bijgedragen aan de inflatie. Lonen droegen in 2023 en in de eerste helft van 2024 gemiddeld voor ruim de helft bij aan de binnenlandse inflatie. De bijdrage van de nettowinst van bedrijven was toen minder dan 10%. In 2021 en 2022 was de verhouding andersom. Dus de afgelopen jaren hebben zowel de groei van lonen als van winsten aan de inflatie bijgedragen.
Zijn lonen in ons land dan meer gestegen dan in andere landen?
De gemiddelde loongroei is in Nederland inderdaad hoger dan in de rest van het eurogebied. Dit komt doordat verschillende sectoren met personeelstekorten kampen. In het derde kwartaal van 2024 waren er nog steeds meer vacatures dan werklozen. Nederland heeft hier meer last van dan andere Europese landen. Deze krapte op de arbeidsmarkt zien we terug in loongroei die bij ons sterker is dan in andere Europese landen.
Inhaalslag
Daar komt bij dat sprake is van een inhaalslag. Toen in 2022 de inflatie piekte, stegen de lonen niet meteen mee. Veel cao’s hebben een wat langere looptijd. De hoge loongroei in 2024 en 2025 volgt uit recent afgesloten cao’s. Voor 2025 voorzien we in onze raming wel dat het aantal vacatures iets afneemt, waardoor ook de krapte en daarmee de loongroei langzaam daalt.
Huren stijgen mee met lonen
Huurverhogingen dragen ook bij aan de inflatie. Huren stijgen in Nederland mee met de gemiddelde loonstijging. En in Nederland gaat dat sneller dan in de rest van Europa. Zolang de lonen stijgen, gaan de huren ook omhoog. De huurstijging van 5,4% heeft in 2024 bijgedragen aan de inflatie. Ook in 2025 verwachten we een aanzienlijke bijdrage van de huurstijging aan de inflatie.
De economische krapte helpt ook niet
De komende jaren blijft de vraag naar producten en diensten hoog ten opzichte van de productiecapaciteit. En ook de arbeidsmarkt blijft krap. Er is dus eigenlijk een te hoge vraag naar producten, personeel en diensten. Dit zorgt ook vanuit de vraagkant van de economie voor hogere lonen en prijzen.
Hoe problematisch is het?
Voorkomen moet worden dat de hoge inflatie het nieuwe normaal wordt. Als de inflatie namelijk langer boven de doelstelling van 2% blijft, kunnen mensen gewend raken aan hoge inflatie en stijgen de inflatieverwachtingen met hogere looneisen en afzetprijzen tot gevolg. Dan komen we in een vicieuze cirkel terecht en wordt het inflatiedoel van 2% nog lastiger te bereiken. Dat is het percentage waar de Europese Centrale Bank (ECB) naar streeft voor het eurogebied als geheel.
Europees rentebeleid
Iedere zes weken komen de centralebankpresidenten van de eurozone samen bij de ECB in Frankfurt om de rente te bepalen. Met die rente beïnvloeden zij de inflatie in het eurogebied als geheel. Het doel is: prijsstabiliteit in de hele eurozone. Voor landen met een lagere inflatie is een wat lagere rente passend. Terwijl landen zoals België en Nederland met een iets hogere inflatie, minder gebaat zijn bij een lage rente.
Monetaire beleid van de ECB
Vanuit Frankfurt kan niet veel gedaan worden aan specifieke, uitzonderlijke situaties in een Euroland, want het monetaire beleid van de ECB richt zich op de inflatie in het eurogebied als geheel. Onze bankpresident Klaas Knot zal niet om een rentebesluit vragen wat alleen Nederland goed uitkomt. Daarom is het belangrijk dat we in Nederland zelf zorgen dat onze inflatie niet te veel uit de pas loopt bij het gemiddelde van het eurogebied.
Lichtpuntje
Hoewel de inflatie in Nederland momenteel hoger is dan in veel andere Europese landen, zijn er ook positieve ontwikkelingen. Het Nederlandse economische groeiherstel is iets sterker dan in het eurogebied. De Nederlandse economie veert in de tweede helft van 2024 op en groeit in 2025 en 2026 harder dan eerder werd verwacht. Het bruto binnenlands product van Nederland groeit dit jaar 0,9% en in 2025 en 2026 met 1,5%. De groei wordt getrokken door de particuliere consumptie en de overheidsbestedingen. Ook de uitvoer gaat meer bijdragen aan de economische groei, door het herstel van de wereldhandel.