Geen moord, maar doodslag
De officier van justitie ging er van uit dat de verdachte een duidelijk plan had om het slachtoffer te doden en ging uit van moord. De rechtbank is van oordeel dat er voor het bestaan van een dergelijk plan te weinig bewijs is. Juridisch gezien wordt het doodschieten van het slachtoffer daarom als doodslag gekwalificeerd.
Klusjesman
De verdachte was al jaren werkzaam voor de bewoonster van de villa en werd gezien als de 'klusjesman'. Er was ook sprake van een vriendschappelijke relatie tussen de bewoonster en de verdachte. Ze maakten vaak samen vaak wandelingen en dronken koffie. Er zijn aanwijzingen dat de verdachte gevoelens ontwikkelde voor de bewoonster.
Overval
De bewoonster van de villa lag in de nacht van 2 december met het latere slachtoffer in bed. Ze heeft in eerste instantie verklaard dat een zwarte schim haar slaapkamer binnenkwam. Die schim heeft haar vriend doodgeschoten en er zijn sieraden uit de woning meegenomen.
Verklaring aangepast
Later heeft de bewoonster contact met de politie opgenomen en haar verklaring aangepast. Ze heeft de politie verteld dat het de verdachte was die haar slaapkamer binnenkwam en het dodelijke schot heeft gelost. De verdachte had haar gezegd dat ze de politie moest vertellen dat het om een overval ging. Als ze dat niet deed zou de verdachte haar 'overal ter wereld weten te vinden'.
Ondersteunend bewijs
De rechtbank acht de aangepaste verklaring van de bewoonster geloofwaardig en betrouwbaar, maar die is op zichzelf niet voldoende voor een veroordeling. De verklaring wordt ondersteund door ander bewijs. Zo zijn er camerabeelden waarop de auto van verdachte in de buurt van de woning te zien is, kort na het moment waarop er geschoten zou zijn.
Schotresten in auto
In die auto zijn schotresten gevonden en de verdachte heeft de ochtend na het schietincident zijn hele belhistorie uit zijn telefoon verwijderd zonder dat daar een redelijke verklaring voor was. Dat alles in samenhang met de overige bevindingen van de politie is voor de rechtbank reden om te komen tot een bewezenverklaring voor doodslag.
Straf en schadevergoedingen
Hoewel de rechtbank ervan uitgaat dat er bij de verdachte sprake was van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens ten tijde van de bewezen verklaarde feiten, kan zij niet vaststellen dat de verdachte de feiten heeft gepleegd onder invloed van die stoornis. Een langdurige gevangenisstraf is dus op zijn plaats.
Schadevergoeding
Op het moment dat de feiten werden gepleegd was het maximum voor doodslag 15 jaar. De rechtbank legt -alles afwegende- een celstraf op van 12 jaar. Ook moet de verdachte aan de nabestaanden tienduizenden euro's aan materiële en immateriële schadevergoedingen betalen.