De zaak kwam aan het licht toen de vrouw een melding deed bij de politie, waarbij zij vertelde dat de 53-jarige man haar dochter verkocht. Het slachtoffer deed vervolgens aangifte van mensenhandel en verkrachting.
Het slachtoffer was weggelopen uit een instelling en verbleef bij haar moeder. De 53-jarige man woonde daar ook, als huisvriend. Tussen september 2022 en december 2022 werd het minderjarige meisje gedwongen seksuele handelingen met klanten te verrichten. Van de betalingen daarvoor kreeg zij slechts een klein deel. Zij werd afhankelijk gehouden van harddrugs door zowel de man als haar moeder. De vrouw ontving betalingen, drugs en middelen tot levensonderhoud vanuit de prostitutiewerkzaamheden van haar dochter. De man en de vrouw maakten er misbruik van dat het slachtoffer minderjarig was, over beperkte geestesvermogens beschikte, onder toezicht was gesteld en uit huis was geplaatst, niet naar school ging en niet in haar eigen levensonderhoud kon voorzien, waardoor zij zich niet aan de situatie kon onttrekken.
Uitbuitingssituatie
De rechtbank rekent het de vrouw zwaar aan dat zij met haar handelen ernstig inbreuk heeft gemaakt op fundamentele rechten als menselijke waardigheid en persoonlijke vrijheid van het jonge minderjarige slachtoffer, die door haar leeftijd in combinatie met haar persoonlijke situatie in een kwetsbare positie verkeerde. Bij slachtoffers van mensenhandel en zedenfeiten kunnen lange tijd gevoelens van angst en onzekerheid blijven bestaan, waardoor zij ernstig kunnen worden belemmerd in hun relaties en hun deelname aan het maatschappelijke verkeer. De moeder van het meisje liet zich leiden door financieel gewin en haar zucht naar drugs. De rechtbank vindt het met name bijzonder pijnlijk en zorgelijk dat de vrouw niet inziet hoe schadelijk de uitbuitingssituatie voor haar dochter is geweest.
Schadevergoeding
Tot slot moet de vrouw moet een bedrag van bijna 11 duizend euro aan haar dochter betalen.