Gedurende langere tijd verzamelde en deelde de man een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografisch materiaal. Hier besteedde hij een groot deel van zijn dagen aan. Hij had via het internet ook contact met minderjarige meisjes in de Filipijnen, vaak via hun familieleden. In ruil voor geld vroeg hij de meisjes om seksueel getinte foto's en video's te sturen en deel te nemen aan seksuele handelingen via videogesprekken. Van deze videogesprekken vervaardigde hij weer nieuwe kinderpornografische afbeeldingen. Ook stuurde hij ongevraagd (kinder)pornografisch materiaal naar minderjarigen, waaronder een Nederlands meisje en had hij een dierenpornografische afbeelding in bezit.
Kwetsbare slachtoffers
Wat de verdachte heeft gedaan is absoluut verwerpelijk. Niet alleen vanwege de aard en ernst van de feiten en de jonge kinderen die te zien waren op de aangetroffen beelden, maar ook omdat de man om zijn lustgevoelens te vervullen actief minderjarige meisjes in de Filipijnen heeft benaderd die kwetsbaar en financieel afhankelijk waren. Deze daden kunnen veel psychische schade veroorzaken bij de slachtoffers.
Verminderde toerekeningsvatbaarheid
Uit onderzoek door een psycholoog en een psychiater van het NIFP (Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie) blijkt dat de man lijdt aan een autismespectrumstoornis en een pedofiele stoornis. Daardoor heeft hij onder meer moeite om de gevolgen van zijn daden goed te begrijpen en kan hij geen weerstand bieden aan zijn seksuele gevoelens. De deskundigen adviseren het ten laste gelegde daarom in een verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen. De rechtbank neemt dit advies over. Gelet op de ernst van de feiten vindt de rechtbank alsnog een gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden.
Straf en tbs met dwangverpleging
Naast de gevangenisstraf van 3 jaar heeft de rechtbank tbs met dwangverpleging opgelegd. Dit betekent dat de man verplicht behandeld zal worden in een gesloten kliniek. Deze maatregel is noodzakelijk geacht vanwege het hoge risico op herhaling en de bescherming van de maatschappij.
De opgelegde straf is lager dan de eis van het Openbaar Ministerie, omdat de rechtbank een deel van de tenlastelegging niet bewezen achtte.