Luchtvervuilende stoffen (zoals fijnstof en stikstofoxiden) komen in de lucht door bijvoorbeeld wegverkeer, veehouderij en industrie. Deze stoffen zorgen voor een slechtere luchtkwaliteit. Door inademing komen ze in het lichaam terecht. Dit kan leiden tot verschillende gezondheidseffecten zoals hart- en vaatzieken en luchtwegaandoeningen. Ook kunnen mensen die in vervuilde lucht wonen vatbaarder zijn voor infecties van de luchtwegen.
Meer ziekenhuisopnames en overlijdens door slechte luchtkwaliteit
In sommige regio’s is de luchtkwaliteit slechter dan gemiddeld. Bijvoorbeeld als er veel verkeer, industrie of intensieve veehouderij is. Het coronavirus verspreidt zich van mens op mens door direct contact tussen mensen en hoesten en niezen. Luchtvervuiling speelt in het proces van verspreiding geen directe rol. Maar uit dit onderzoek blijkt dat mensen die wonen in een omgeving met een slechte luchtkwaliteit wel meer kans hebben om corona te krijgen. Ook komen meer mensen door ernstiger klachten in het ziekenhuis terecht, of overlijden. Er is gekeken naar het eerste jaar van de epidemie, toen er nog niet gevaccineerd werd.
Bijvoorbeeld: Er stierven tot 1 februari 2021 rond de 22.500 mensen door corona. In de regio’s waar de luchtkwaliteit slechter was dan gemiddeld in Nederland, hadden in totaal 400 tot 800 sterfgevallen voorkomen kunnen worden als de lucht zo schoon als gemiddeld was geweest. Hoe schoner de lucht, hoe groter dat effect.
Tijdelijk slechtere luchtkwaliteit
Ook als de luchtkwaliteit in de leefomgeving tijdelijk slecht is, komen er meer mensen door corona in het ziekenhuis en te overlijden. De luchtkwaliteit varieert sterk van dag tot dag. Dat komt door het weer en door een tijdelijk hogere (of lagere) uitstoot van verschillende bronnen.
Bronnen van fijnstof
Vooral in het begin van de coronapandemie leefden in verschillende regio’s vragen over de invloed van luchtvervuiling op het aantal mensen dat corona kreeg. Daarom onderzocht het RIVM de bijdragen van verschillende belangrijke bronnen van fijnstof in Nederland zoals veehouderij, wegverkeer en industrie. Per bron verschilt de samenstelling van fijnstof, en daarmee mogelijk de schadelijkheid.
Uit het onderzoek blijkt dat fijnstof van veehouderij invloed heeft op zowel de kans op besmetting als de ernst van de ziekte. Fijnstof van wegverkeer lijkt meer invloed te hebben op de ernst van de ziekte en minder op de kans om met het virus besmet te raken. In deze studie is voor fijnstof van industrie geen specifieke invloed gevonden op de kans op corona of de ernst van de ziekte.
Luchtkwaliteit in Nederland verbeteren
Het onderzoek bevestigt dat slechtere luchtkwaliteit tot luchtwegaandoeningen kan leiden, en in dit geval ook van COVID-19. De resultaten benadrukken dan ook het belang van een schone(re) lucht in Nederland. Dit heeft een positief effect op de volksgezondheid in het algemeen. Schonere lucht kan een toekomstige epidemie die de luchtwegen aantast niet voorkomen. Wel kan schone(re) lucht de nadelige effecten van een epidemie verminderen.
Het RIVM deed dit onderzoek samen met de Universiteit Utrecht, Wageningen Bioveterinary Research en GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) Nederland.