Ook werd hij veroordeeld voor het plegen van voorbereidingshandelingen voor terroristische misdrijven en het bezit van twee vervalste (Syrische) nationale paspoorten. Het hof legt hem hiervoor een gevangenisstraf van zes jaar en zes maanden op.
Het hof vindt bewezen dat de verdachte zich in Syrië heeft aangesloten bij Jabhat al-Nusra en daadwerkelijk heeft deelgenomen en bijgedragen aan de gewapende strijd. Hij had binnen deze organisatie een gewichtige rol.
Het hof heeft een gevangenisstraf van zes jaar en zes maanden opgelegd. Deze straf is aanzienlijk lager dan de eis in hoger beroep van 22 jaar en zes maanden. Dit komt vooral door het gegeven dat het hof - anders dan het openbaar ministerie - niet bewezen acht dat de verdachte als leider betrokken is geweest bij Jabhat al-Nusra, welke factor een fors strafverhogende omstandigheid zou zijn geweest. Ook heeft het hof bij de strafbepaling meegewogen dat de verdachte het geweld in Syrië niet heeft opgezocht, zoals uitreizigers vanuit Nederland, maar geboren en getogen is in Syrië en als jonge man gedurende zes jaren gevangen is gehouden door het regime in de beruchte Sednaya gevangenis, waarbij hij veelvuldig gemarteld is.
De man beschikte over een verblijfsvergunning in Nederland, waar hij sinds 2014 verblijft. Over hem zijn berichten in de media verschenen, nadat hij in 2017 als een ISIS-strijder zou zijn herkend tijdens zijn bezoek aan debatcentrum De Balie in Amsterdam.
De rechtbank, die de man als oprichter en leider van de organisatie zag, had een gevangenisstraf van vijftien jaar en negen maanden opgelegd.