Logische stap na renteverhogingen ECB
Na de forse renteverhogingen van de Europese Centrale Bank (ECB) in juli en september is het volgens Bulthuis heel logisch dat spaarders geen negatieve rente meer betalen. “Tot juli betaalden banken zelf nog een negatieve rente van 0,5 procent voor spaargeld dat ze onderbrachten bij de ECB. Dit betekende dat spaargeld stallen de banken geld kostte. Dat rekenden ze door aan grote spaarders. Maar in juli ging die rente naar 0 en nu krijgen banken zelfs 0,75 procent rente als ze geld op een rekening bij de ECB zetten. Dus dan kunnen de banken natuurlijk ook geen negatieve rentes meer vragen aan hun spaarders.”
Liever meer rente voor ‘kleine’ spaarder
Toch had Bulthuis liever gezien dat de grote banken eerst de kleinere spaarders meer rente gaven. Bij alle grote banken krijgen spaarders nu nog maar 0 tot 0,01 procent rente op hun spaargeld. Daar is ondanks de renteverhogingen van de ECB niets aan veranderd. “Voldoende sparen voor een financiële buffer is al moeilijk en zal met de hoge inflatie en energierekeningen de komende tijd voor veel huishoudens alleen maar moeilijker worden. Het siert de banken dan natuurlijk als ze de mensen die hun best doen om toch nog wat spaargeld aan te houden belonen met een iets hogere spaarrente.”
Steeds meer banken verhogen de rente
Gelukkig zijn er wel andere banken die de spaarrentes verhogen. Sinds de renteverhoging in juli hebben maar liefst 15 spaarbanken één of meerdere keren de rentes op hun spaarrekeningen verhoogd. Dit zijn voornamelijk de wat kleinere banken zoals LeasePlan Bank, NIBC Direct en Anadolubank. Maar ook buitenlandse banken zoals het Franse Renault Bank en Bigbank uit Estland. “De hoogste rente op een spaarrekening steeg sinds juli van 0,35 naar 0,65 procent”, zegt Bulthuis. “Er valt dus voor spaarders die toch een hogere rente willen inmiddels weer genoeg te kiezen.”