Het instellen van een zomer- en wintertijd dateert uit 1916 en was bedoeld dat men optimaal van het daglicht gebruik kon maken en zodoende elektriciteit bespaarde. Na de oorlog in 1946 tot 1976 werd de zomertijd niet gehanteerd. Het is sedert 1996 dat in het laatste weekend van maart de zomertijd ingaat. In het laatste weekend van oktober gaat de tijd weer terug naar de standaard tijd.
Niet iedereen ziet het nut in van een zomer- en wintertijd. Tegenstanders zeggen dat het niet bewezen kan worden of het daadwerkelijk energie besparend is. Ook hebben mensen last van hun biologische ritme dat verstoord wordt door het uur tijdsverschil.