Minder aantrekkelijk
Met het toepassen van deze stoffen, verwacht het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu dat het gebruik van e-sigaretten minder aantrekkelijk wordt. Dit ondersteunt één van de doelen uit het Nationaal Preventieakkoord: jongeren en niet-rokers gebruiken minder snel een e-sigaret. Het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beslist uiteindelijk welke stoffen worden toegestaan. Het uitgangspunt is dat er alleen nog maar vloeistoffen met een tabaksmaak op de markt komen.
E-sigaret mogelijk ook minder aantrekkelijk als hulpmiddel om te stoppen met roken
Volwassenen gebruiken e-sigaretten ook als hulpmiddel om te stoppen met roken. In Nederland zijn de meeste gebruikers van e-sigaretten (ex-)rokers. Zowel volwassen (ex-)rokers als jongere niet-rokers houden vooral van zoete smaken en fruitsmaken. Als alleen nog maar tabaksmaken zijn toegestaan, wordt de e-sigaret als hulpmiddel mogelijk minder aantrekkelijk. Ook kan dit betekenen dat gebruikers zelf smaken gaan toevoegen. Dat kan met aroma’s die los zijn te verkrijgen. Het RIVM adviseert het ministerie om hiermee rekening te houden bij het opstellen van nieuwe regels.
Voorwaarden selectie smaakstoffen e-sigaret
Voor het onderzoek zijn gegevens gebruikt die fabrikanten moeten aanleveren over de samenstelling van hun producten. Fabrikanten gebruiken nu nog in totaal 503 verschillende smaakstoffen in vloeistoffen met tabaksmaak. Sommige daarvan zijn smaakstoffen met tabaksmaak, maar vaak worden ook zoete smaakstoffen gebruikt, zoals ethylmaltol.