De Belastingdienst slaagt er volgens de commissie onvoldoende in om bestaande rechtsbescherming ook voldoende kenbaar en toegankelijk te maken voor alle burgers en kleine ondernemers. Dit speelt niet alleen bij de Belastingdienst of specifieke onderdelen daarvan, maar geldt ook voor rechtshulp in zijn algemeenheid.
De Commissie noemt als belangrijkste oorzaken:
- De wet- en regelgeving is complex. Burgers begrijpen niet goed welken rechten zij hebben.
- De wet- en regelgeving wordt soms te strikt naar de letter van de wet toegepast, waardoor de belangen van de burger niet altijd meer voorop (lijken te) staan.
- Burgers worden geacht zelfredzaam te zijn. Het zogeheten doenvermogen van burgers is voor sommigen te hoog ingeschat en fouten herstellen wordt als ingewikkeld ervaren.
- De kosten voor rechtshulp- en bijstand zijn hoog.
- De burger staat niet in elk onderdeel van de Belastingdienst centraal, er wordt niet altijd voldoende rekening gehouden met persoonlijke belangen. Hierdoor ervaren sommige burgers onvoldoende hulp van de Belastingdienst.
Vijlbrief noemt de conclusies ‘belangrijk en leerzaam’. In zijn brief geeft hij voorbeelden van hoe de Belastingdienst al bezig is met het verbeteren van de praktische rechtsbescherming. Zo kan iedere particulier die daar behoefte aan heeft, een beroep doen op hulp bij aangifte en wordt bij de totstandkoming van wet- en regelgeving voortaan altijd gekeken of het ‘doenbaar’ is voor iedereen.
Daarnaast belooft Vijlbrief betere voorlichting over de rechten en plichten van burgers en bedrijven en bekijkt hij of het makkelijker kan worden om een foutje in de aangifte recht te zetten. Ook laat hij onderzoeken hoe het proces bij ambtshalve beschikkingen beter kan, bijvoorbeeld door meer persoonlijk contact te zoeken met de belastingplichtige.