De vier vrienden hadden op zaterdag 14 maart 2020 in de woning van een van hen aan de Lorentzlaan in Amsterdam Watergraafsmeer met een Glock17 gespeeld, waarbij ook de patroonhouder iedere keer in en uit het wapen werd gehaald. Er waren ook filmpjes gemaakt. Het Openbaar Ministerie acht bewezen dat de inmiddels 25-jarige verdachte op een gegeven moment het wapen - wederom voor de grap - op het hoofd van het slachtoffer heeft gericht, een 23-jarige vriend die net was langs gekomen. Toen hij de trekker overhaalde bleek het wapen doorgeladen te zijn. Het slachtoffer werd dodelijk getroffen. De verdachte verweert zich kort gezegd door te stellen dat hij zijn balans verloor waardoor de trekker door hem werd overgehaald.
De rollen van de verdachten - drie van hen komen uit Amsterdam (23, 24 en 25 jaar oud) en één uit Hoorn (24 jaar oud) - met betrekking tot het doorladen van het vuurwapen acht het OM inwisselbaar, één van hen moet het wapen hebben doorgeladen maar zij kunnen niet navertellen hoe dat dan gebeurd is.
Waarschuwing
De dood van de 23-jarige vriend is de 25-jarige verdachte aan te rekenen, hij pakte het wapen uit de kast, richtte het op het slachtoffer en haalde de trekker over, zonder te controleren of het wapen was doorgeladen. De officier rekent het hem in verzwaarde mate aan; er is sprake van roekeloosheid. Maar de dood van de 23-jarige vriend is zeker niet alleen hem aan te rekenen. Ook de drie vrienden zijn naar het standpunt van het OM schuldig aan de dood van hun vriend, nu zij zich zeer onvoorzichtig hebben gedragen ten aanzien van het vuurwapen waardoor het kon worden doorgeladen. Het OM hoopt dat een strafoplegging voor hun aandeel in de dood van het slachtoffer, die een vriend van hen was, een waarschuwing is voor mensen die denken dat het grappig of stoer is om te spelen met vuurwapens.
De officier op zitting: “Het slachtoffer zou nog hebben geleefd, als de verdachten niet als een stel kinderen met een Glock17 hadden gespeeld, alsof het speelgoed was. (-) De verbazing waarmee de verdachten eerst ná de dood van het slachtoffer tot de conclusie kwamen dat zij ook wel dood hadden kunnen zijn is een indicatie van de ongelofelijke naïviteit waarmee die ochtend het levensgevaar werd gecreëerd.”