Discriminatie en racisme is op veel verschillende manieren aanwezig in onze samenleving. Op de arbeidsmarkt, woningmarkt en het voetbalveld. Minister Ollongren: “Het zou overbodig moeten zijn om te zeggen dat discriminatie en racisme volstrekt ontoelaatbaar zijn. Maar toch moet het. Want het gaat niet vanzelf weg. We moeten blijven streven naar een Nederland waarin iedereen gelijk wordt behandeld en waar ieder mens een waardige behandeling krijgt.”
Het beleid van het kabinet is gericht op bewustwording, preventie en bestrijding en kent zowel een generieke aanpak als specifieke maatregelen gericht op onder andere arbeidsmarktdiscriminatie of discriminatie op de woningmarkt.
Minister Ollongren: “Het begint met luisteren naar elkaar. Dat kan ongemakkelijk zijn. Maar het is van belang om het gesprek te voeren op respectvolle wijze, met aandacht voor ieders gevoelens en geschiedenis, zonder de ander bij voorbaat al een label op te plakken.”
Meldingsbereidheid
Uit het SCP-rapport over ervaren discriminatie blijkt dat slechts één op de vijf mensen die menen gediscrimineerd te zijn, dit ook meldt bij een officiële instantie. Hoewel de meldingsbereidheid toeneemt (in 2013 was dit nog één op de acht) wil het kabinet dat dit cijfer omhoog gaat. De vindbaarheid en toegankelijkheid van de officiële instanties, de antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s), moet daarom omhoog. Eerder onderzoek heeft geleid tot een aanpak waarbij de kennis van gemeenteambtenaren vergroot werd. Om te voorkomen dat meldingen tussen wal en schip vallen wordt een traject opgezet om mensen beter te begeleiden bij het melden van discriminatie en het vervolg van de melding.