Het aandeel Nederlanders van 15 jaar of ouder dat in 2019 opgaf zich in eigen buurt wel eens onveilig te voelen, is minder groot dan in voorgaande jaren. Vorig jaar voelde 14 procent van de mensen zich wel eens onveilig in de eigen buurt, tegen 16 procent in 2017 en 18 procent in 2012.
Ook onveiligheidsgevoelens op plekken in woonplaats afgenomen
Onveiligheidsgevoelens in de woonplaats zijn het grootst op plekken waar groepen jongeren rondhangen. 36 procent van de Nederlanders voelde zich daar in 2019 wel eens onveilig. Het minst onveilig voelen ze zich in eigen huis. 6 procent gaf dat aan.
Voor de meeste plekken in de woonplaats geldt dat het aandeel Nederlanders dat zegt onveiligheidsgevoelens te hebben in 2019 lager is dan twee jaar eerder. Alleen rondom winkelgebieden of winkelcentra zijn deze gevoelens ongeveer gelijk gebleven. Vergeleken met 2012 zijn de onveiligheidsgevoelens op alle plekken gedaald.
Onveiligheidsgevoelens relatief hoog onder jongeren
De veiligheidsbeleving verschilt per leeftijd. 15- tot 25-jarigen en 25- tot 45-jarigen voelen zich onveiliger dan 45- tot 65-jarigen en 65-plussers. Zo meldt 40 procent van de jongeren van 15 tot 25 jaar zich over het algemeen wel eens onveilig te voelen, van de 65-plussers is dat 23 procent. Bij de algemene onveiligheidsgevoelens is dit verschil groter dan bij de onveiligheidsgevoelens in de buurt.
De gerapporteerde onveiligheidsgevoelens in de buurt zijn in 2019 bij alle leeftijdsgroepen lager dan in 2012. Dat geldt ook voor de algemene onveiligheidsgevoelens.