Uit gegevens van de Belastingdienst blijkt dat het echtpaar vermoedelijk tientallen jaren beschikt heeft over een bankrekening in Luxemburg. Tegenover de Belastingdienst ontkennen beiden het bestaan van deze rekening. Het gerechtshof heeft in de belastingprocedure inmiddels geoordeeld dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de Luxemburgse bankrekening toebehoort aan verdachten en dat zij de informatie moeten verstrekken. Toch blijven zij het bestaan van de buitenlandse rekening hardnekkig ontkennen.
Nog een onderzoek
In een ander strafrechtelijk onderzoek heeft de FIOD op 7 februari een woning van een 66-jarige man doorzocht in de provincie Zeeland. Het vermoeden is dat de man zijn verschillende buitenlandse bankrekeningen buiten het zicht van de Belastingdienst heeft gehouden. Hij wordt verder verdacht van het opzettelijk doen van onjuiste aangiften inkomstenbelasting door dit buitenlandse vermogen niet op te geven. Naast administratie is beslag gelegd op zijn woning en een beleggingsrekening.
De onderzoeken staan onder leiding van het Functioneel Parket.
De FIOD zal de komende tijd meer onderzoeken gaan instellen naar personen die weigeren informatie te verstrekken aan de Belastingdienst of opzettelijk niet, dan wel onjuiste of onvolledige informatie verstrekken.
Inlichtingenplicht
In Nederland woonachtige personen zijn belastingplichtig over hun wereldinkomen. Zo wordt bijvoorbeeld vermogen dat op een buitenlandse rekening staat betrokken in de Nederlandse belastingheffing.
Een belastingplichtige is verplicht om naast tijdig, ook juist en volledig aangifte te doen. Veruit de meeste belastingplichtigen doen dit. Zij geven hun vermogen correct op en leveren zo gezamenlijk een bijdrage aan de schatkist. De Belastingdienst kan controleren of de in de aangifte gegeven informatie juist en volledig is. In dit kader is iedereen verplicht om, desgevraagd, informatie over hun inkomen en vermogen te geven aan de Belastingdienst. Een kleine groep doet niet of niet volledig aangifte en levert ook bij een controle niet de gevraagde informatie; daardoor loopt de overheid jaarlijks inkomsten mis die bestemd zijn voor maatschappelijke voorzieningen.
Dit zogenoemde ‘zwartsparen’ ondermijnt het belastingsysteem. Daarnaast bestaat het risico dat zo crimineel geld buiten het zicht van de autoriteiten blijft. De Belastingdienst ziet er daarom op toe dat iedereen zijn inkomen en vermogen aangeeft en correcte informatie verstrekt aan de Belastingdienst.
Indien blijkt dat een belastingplichtige opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, kan de inspecteur hem een bestuurlijke boete opleggen. In plaats van een bestuurlijke boete kunnen ook strafrechtelijke maatregelen genomen worden tegen het niet voldoen aan de informatieplicht.