donderdag, 10. oktober 2019 - 11:01 Update: 10-10-2019 11:58

Praten over psychische problemen is taboe en oplossing tegelijk

stichting-mind
Foto: Stichting MIND
Utrecht

Praten met leeftijdsgenoten over psychische problemen verlaagt de drempel om hulp te zoeken. Dit blijkt uit onderzoek van het Verwey Jonker Instituut naar de effecten van peer education op psychische problemen van jongeren op de middelbare school en op het mbo.

Eén op de vijf jongeren

Bijna één op de vijf jongeren ervaart wel eens psychische klachten. Daarnaast kwalificeert het CBS één op de twaalf jongeren in de leeftijd van 12 tot 25 jaar als psychisch ongezond. Dat zijn één a twee leerlingen per klas. Psychische problemen komen enorm veel voor, maar erover praten is voor veel jongeren taboe. Ze schamen zich voor hun klachten. Hierdoor blijven jongeren lange tijd rondlopen met hun problemen, terwijl, als je er tijdig bij bent ernstigere psychische problemen voorkómen kunnen worden.

Lesprogramma MIND Young Academy

Diversion en MIND hebben daarom het lesprogramma MIND Young Academy ontwikkeld. Leeftijdsgenoten die zelf (of in hun nabije omgeving) te maken hebben gehad met psychische problemen gaan de klas in om het taboe te doorbreken. Deze peer educators delen hun ervaringen en laten zien dat meer jongeren worstelen met psychische klachten. 'Door ons verhaal te vertellen geven we andere jongeren zelfvertrouwen. Je vertelt dingen die je normaal niet over straat schreeuwt. Dat opent deuren voor een persoonlijk gesprek', aldus een peer educator.

Bewustwording

En dat heeft effect. Het Verwey Jonker Instituut deed onderzoek onder ruim 250 leerlingen, docenten en peer educators naar deze methode. Daaruit blijkt dat leerlingen na de gesprekken met peer educators zich bewust zijn geworden dat jongeren ook psychische problemen kunnen hebben. Leerling: 'Je ziet niet altijd gelijk aan iemand of hij psychische problemen heeft. Zo was de peer educator een relaxte jongen. Het kan dus iedereen treffen.' 

Drempelverlaging

Daarnaast hebben de lessen ervoor gezorgd dat leerlingen nu weten dat én waar er op school hulp is als je last hebt van psychische klachten. Maar nog opvallender, het programma blijkt voor leerlingen de drempel richting ‘hulp zoeken’ te hebben verlaagd. Zo kwamen leerlingen na de les naar de zorgcoördinator of mentor om hun verhaal te delen. En werd er in klassen opener gesproken over kwetsbaarheden of zorgen vanuit leerlingen. Een zorgcoördinator: 'We krijgen nu leerlingen in beeld die we nog niet kenden. Bijvoorbeeld ook leerlingen die thuis een broertje, zusje of ouder hebben met problemen of een ziekte, die leerlingen gaan nu praten.'

Stap naar hulpverlening verkleind

Dat het programma de stap naar hulpverlening verkleind is een belangrijk resultaat. Het programma heeft daarnaast door de ervaringsverhalen over ‘wat helpt’ een positief effect op de beeldvorming van jongeren rondom de jeugdzorg en hulpverleners. Vivianne Goedhart, projectleider psychische gezondheid bij Diversion: 'Nu bewezen is dat praten over psychische problemen kan helpen bij het zoeken naar hulp, moeten we er al helemaal voor zorgen dat dit gesprek gevoerd wordt in de klas. In mijn ogen ligt de sleutel daarvoor bij de peer educators. Dankzij hun ervaringsverhalen krijgen jongeren met problemen op tijd de juiste handvatten en kunnen we voorkomen dat ze vroegtijdig uitvallen op school of dieper wegzakken.'

Categorie:
Provincie: