woensdag, 9. oktober 2019 - 9:10 Update: 09-10-2019 9:28

Onderzoek Rutgers: Meer seksuele vorming nodig op middelbare scholen

meer seksuele vorming, middelbare scholen, rugers, onderzoek
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Utrecht

Leerlingen willen dat seksuele vorming op middelbare scholen over meer gaat dan alleen voortplanting.

Het moet ook gaan over onderwerpen als seksuele identiteit, wensen en grenzen, sexting en plezier in seks. Ook willen zij meer les in de bovenbouw, omdat er juist dan veel gebeurt in hun seksuele ontwikkeling. Dat blijkt uit het kwalitatieve onderzoek ‘Gewoon, het taboe eraf halen’, waarin Rutgers samen met 17 jonge co-onderzoekers (15-18 jaar) onderzocht hoe seksuele vorming op school beter kan. Het is voor het eerst dat jongeren zelf onderzoek doen naar seksuele vorming. Dit schrijft Rutgers op de website. 

Dat leerlingen niet tevreden zijn over de seksuele vorming op school, bleek in 2017 uit het onderzoek Seks onder je 25e (Rutgers en Soa Aids Nederland). De magere score die de leerlingen gaven (een 5,8) vormt de aanleiding van dit onderzoek.

Curriculum.nu

Het onderzoek komt vlak voordat het onderwijs op 10 oktober 2019, onder de noemer Curriculum.nu, hun voorstellen voor een herzien curriculum aanbiedt aan de minister voor basis- en voortgezet onderwijs, Arie Slob. Na politieke bespreking vormt Curriculum.nu de basis voor de actualisatie van de huidige kerndoelen. 

De jonge co-onderzoekers hebben na hun analyse dan ook een duidelijke boodschap aan de minister én aan middelbare scholen: Pak seksuele vorming groter aan, spectaculairder. Het is iets wat echt meer aandacht mag en moet hebben. Maak een duidelijk plan met onderwerpen die op elke school in Nederland moeten worden gegeven. Laten we met elkaar het taboe eraf halen!

Meer dan voortplanting

Leerlingen missen informatie over seksuele en genderdiversiteit. Het onderwerp wordt wel besproken, maar alleen dat homoseksualiteit bestaat of meer in het kader van discriminatie. Onderzoeker Marianne Cense van Rutgers licht toe: “Leerlingen willen dat seksuele vorming de normativiteit doorbreekt en duidelijk maakt dat er niet één standaard is. Ook willen ze dat seksuele diversiteit aan de orde komt bij alle aspecten van seksuele vorming; of het nu over veilig vrijen gaat of over relaties.”

Daarnaast missen leerlingen informatie over hoe je met elkaar omgaat: online, offline, in een relatie en tijdens de seks. Verder willen leerlingen meer leren over het bespreken van wensen en grenzen, over plezier in seks, sexting en onrealistische verwachtingen door porno. Leerlingen geven aan dat seksuele vorming op school helpt om taboes te doorbreken en open met elkaar te praten over relevante onderwerpen. Het is ook belangrijk dat duidelijk wordt dat iedereen zich op een eigen tempo en wijze ontwikkelt. Een leerling in het onderzoek: “Dat je je echt niet hoeft te schamen als de eerste keer nog heel lang duurt.”

Bovenbouw

Leerlingen willen ook meer aandacht voor seksuele vorming in de bovenbouw, omdat ze dan hun eerste seksuele ervaringen opdoen, verliefd worden en verkering krijgen. Marianne Cense: 'Toch krijgen de meeste leerlingen in die periode geen seksuele vorming meer. Veel leerlingen willen dan ook dat seksuele vorming tijdens hun hele schoolloopbaan wordt gegeven, al vanaf de basisschool.'

Methode: leerlingen als co-onderzoekers

Zeventien jonge co-onderzoekers (15-18 jaar) vormen het hart van het onderzoek. Ze hebben meegedacht over de onderzoeksmethodes en over de formulering van vragen. Ze hebben data verzameld op hun eigen school. En op drie scholen hebben ze hun eigen rapport - hun profielwerkstuk - geschreven. Rutgers heeft ze getraind en begeleid. In totaal deden er 300 leerlingen (12-18 jaar) op 8 middelbare scholen mee aan het kwalitatieve onderzoek.

Verder met de uitkomsten

Rutgers gaat samen met Soa Aids Nederland verder met de uitkomsten van dit onderzoek. Marianne Cense: “De leerlingen spreken duidelijke taal. Ze willen uitgebreide seksuele vorming, in een veilige sfeer. Er zijn lesmethodes die al een veel breder pakket aan onderwerpen behandelen dan de biologieboeken. Maar het vraagt ook om toegeruste docenten en om scholen die er in een doorlopende leerlijn veel meer tijd voor vrijmaken.”

Het onderzoek is uitgevoerd met financiering van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit (FWOS) en het Ministerie van VWS.