Het huidige tekort aan woningen in de meeste Nederlandse steden blijft nog minstens 10 jaar een probleem. In 2030 zullen er nog 200.000 woningen te weinig zijn. Zoals nu ook al het geval is, zal voornamelijk de situatie in de Randstad problematisch blijven.
ABF Research heeft hier in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken onderzoek naar gedaan. Gekeken werd naar de verwachte bevolkingsgroei, het aantal huishoudens, de woningvoorraad en de woningbehoefte. Uit het onderzoek blijkt dat een meerderheid van de Nederlandse regio’s ook in 2030 nog een gebrek aan beschikbare woningen zal hebben. Het tekort zal wel dalen met ongeveer 90.000 woningen ten op zichte van de huidige situatie. Vooral de dalende bevolkingsgroei zal de woningschaarste enigzins compenseren.
Woonontevredenheid in Amsterdam hoog
Ondanks het feit dat er in Amsterdam volop wordt gebouwd, zal juist hier in absolute zin het woningtekort met 42.000 woningen het grootst zijn. Onderzoek van de Universiteit Utrecht en de Rabobank heeft uitgewezen dat op dit moment de woonontevredenheid in Amsterdam al hoog is. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door de stijgende prijzen voor zowel huur- als koopwoningen. In de stad wonen relatief veel jongeren, en laat nu vooral het aanbod aan starterswoningen beperkt zijn. Ook de beperkte keuzevrijheid bij sociale huurwoningen heeft invloed op de woonontevredenheid. Kortom, het aantal beschikbare woningen op de markt is schaars, wat natuurlijk de huurprijzen beïnvloedt. Woningzoekenden zullen dus automatisch op zoek gaan naar alternatieven buiten de stad, of kleiner gaan wonen. Starters, voornamelijk net afgestudeerden, die in een kleine woning leven en ruimtegebrek hebben, kunnen het - tijdelijk - huren van opslagruimte overwegen. Bedrijven zoals Boxie24 bieden opslagruimte in Amsterdam en de directe omgeving aan. Andere woningzoekenden - voornamelijk jonge gezinnen - zoeken liever naar goedkopere woningen met meer ruimte buiten de stad.
Het procentuele tekort zal in de toekomst echter het grootst zijn in Utrecht en Nijmegen. Een combinatie van een sterke bevolkingsgroei en een klein woningaanbod vormt voor deze steden het probleem. Compleet tegenovergesteld zal de situatie in delen van Zeeland, Limburg en de regio Dordrecht zijn, waar het tekort aan woningen over 10 jaar zo goed als verdwenen moet zijn. De verwachting is zelfs dat er een overschot aan woningen zal zijn. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een bevolkingsdaling in die gebieden. In de meeste andere regio’s in Nederland wordt echter ook voor de toekomst nog rekening gehouden met een tekort tot 4% op de woningvoorraad.
Nieuwe woonvisie voor Utrecht
Omdat er nu ook in Utrecht al sprake is van krapte op de woningmarkt, zijn er dringend meer woningen nodig. Lange wachtlijsten voor sociale huurwoningen, hoge verkoopprijzen en weinig starterswoningen bewijzen dit wel. En dan al helemaal met het oog op de toekomst; de verwachting is dat de Utrechtse bevolking tegen 2040 niet enkel zal toenemen, maar als het ware exploderen met 100.000 inwoners, tot een totaal van 450.000. De gemeente probeert daarom met de woonvisie ‘Utrecht beter in balans’ hierop in te spelen en de woningmarkt beter in evenwicht te brengen. Deze visie is een samenwerkingsverband tussen de gemeente, de woningscorporaties en vastgoedinvesteerders. Prestatieafspraken tussen de woningscorporaties en gemeente - die vastgelegd worden in het Stadsakkoord Wonen - maken de plannen betreffende het toekomstige woningsaanbod concreter. Het gaat dan om afspraken over onder andere een langdurige hoge en snelle woningbouwproductie en een gevarieerd aanbod. Voor een optimale balans in de stad streeft de gemeente naar een samenstelling van 35% sociale huurwoningen, 25% middensegment-woningen, en 40% duurdere huur- en koopwoningen in 2040.
Aanpak woningnood in de rest van Nederland
Ook in de rest van het land wordt er actie ondernomen. Om de huidige woningnood aan te pakken, maakte het kabinet vorig jaar afspraken met gemeenten, provincies, marktpartijen en corporaties. Hierdoor zou de woningproductie op 75.000 woningen per jaar moeten uitkomen. Dit aantal bleek vorig jaar echter iets te ambitieus: in 2018 kwam het aantal nieuwe woningen op 66.000 uit. Voor de komende jaren hebben de gemeenten en provincies het gewenste aantal nieuwe woningen echter nog verhoogd naar 76.000 woningen per jaar. Als deze nieuwe doelen gehaald worden, zal hierdoor het woningtekort in 2030 zakken van 2,6% naar 2,4%. Maar dan moet er dus wel een tandje hoger geschakeld worden.