Doodslag
'De rechtbank oordeelt dat niet bewezen kan worden dat er sprake was van voorbedachte raad. De man lijkt eerder gehandeld te hebben in een opwelling tijdens een heftige ruzie. Hiermee heeft hij zich schuldig gemaakt aan doodslag. Daarvoor wordt hij sterk verminderd toerekeningsvatbaar geacht', aldus de rechtbank. Volgens het rapport van het Pieter Baan Centrum was hij geheel ontoerekeningsvatbaar toen hij zich ontdeed van de stoffelijke resten.
Straf
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte bestraft dient te worden voor zijn handelen voor zover hem dit kan worden toegerekend, dus voor de bewezen verklaarde doodslag. Op grond van zijn geestesgesteldheid rekent de rechtbank het doden van zijn partner in mindere mate aan de verdachte toe dan de officier van justitie. De rechtbank komt daarom tot een lagere gevangenisstraf dan geëist. Hierbij laat de rechtbank ook meewegen dat het van belang is dat de verdachte binnen afzienbare tijd behandeld kan worden.