De ILT houdt in Nederland toezicht op de keuring en certificering van nieuwe treinen, locomotieven en wagons. De inspectie doet die keuringen niet zelf; de fabrikant schakelt een commerciële keuringsinstantie in die door de inspectie is beoordeeld en toegelaten. Bij een keuringsinstantie uit het buitenland moet die instantie daar zijn toegelaten. Op basis van de controles door de keuringsinstantie, geeft de ILT vervolgens een vergunning voor de nieuwe treinen.
Te weinig tijd
De audit van een productieproces van een treinfabrikant duurt meestal één dag (bij nieuwe leveranciers twee dagen). Volgens keuringsinstanties kunnen zij moeilijk meer tijd uittrekken vanwege de concurrentie op prijs en de vele andere audits die een fabrikant moet ondergaan. De inspectie vindt de audits te kort; de norm van de internationale organisatie van accrediterende instellingen (IAF) gaat ook uit van meer dan twee dagen. Volgens de inspectie moet in de norm voor de audits niet de tijdsduur maar het doel centraal staan. Verder vindt de inspectie ook onaangekondigde controles tijdens het productieproces nodig voor goede keuringen.
Regels en praktijk
Europese regels voor keuringen van treinen gaan alleen over de basiseisen voor veiligheid en betrouwbaarheid. De regels garanderen niet dat er goed rijdende treinen worden gebouwd; keuringsinstanties zijn bijvoorbeeld niet verplicht ook de afbouwkwaliteit te controleren. Dat betekent niet dat er nu onveilige treinen worden gebouwd. De inspectie constateert dat de NS, als afnemer van treinen, tegenwoordig een uitgebreid en effectief systeem heeft om de kwaliteit van de nieuwe treinen te controleren. De inspectie juicht het toe dat de NS die verantwoordelijkheid heeft genomen, en kijkt of ook andere opdrachtgevers dat doen. Wel pleit de inspectie voor een wettelijke bepaling die de verantwoordelijkheid van opdrachtgevers vastlegt.