Tiental thema's
Deze beschrijft de welvaart van de Nederlandse bevolking in de ruimste zin, dus niet alleen op het materiële vlak. De brede-welvaartsverschillen tussen groepen in Nederland zijn bepaald aan de hand van een tiental thema’s. Omdat niet alles zich leent voor een verdeling, denk bijvoorbeeld aan het milieu, overlappen deze thema’s maar ten dele met de brede-welvaartsthema’s voor Nederland als geheel.
12 indicatoren
Om de verschillen voor wat betreft de tien thema’s te kunnen bepalen zijn in totaal twaalf indicatoren gebruikt: tevredenheid met het leven, persoonlijk welzijn, inkomen, vermogen, onderwijsniveau, werkloosheid, ervaren gezondheid, slachtofferschap, ervaren woonlasten, vrijwilligerswerk, vertrouwen in anderen, en tevredenheid met de reistijd van en naar het werk.
Welvaartsverdeling
Hoogopgeleiden hebben op de meeste terreinen een hogere brede welvaart dan laagopgeleiden. Dit geldt voor inkomen, vermogen, werkloosheid, gezondheid, ervaren woonlasten, vrijwilligerswerk, vertrouwen in andere mensen, tevredenheid met het leven en persoonlijk welzijn. Wel zijn zij vaker slachtoffer van criminaliteit. Middelbaar opgeleiden wijken op de meeste gebieden niet af van de totale bevolking.
Migranten lagere brede welvaart
Daarnaast valt op dat mensen met een migratieachtergrond op veel onderdelen een lagere brede welvaart hebben dan mensen met een Nederlandse achtergrond. Dat geldt vooral voor degenen met een niet-westerse migratieachtergrond. Voor een deel hangen deze verschillen samen met het feit dat zij jonger en lager opgeleid zijn dan gemiddeld.
Minder verschillen naar leeftijd en geslacht
Er zijn bij bijna alle indicatoren verschillen tussen leeftijdsgroepen, maar er is geen duidelijk patroon zichtbaar. Zo zijn het inkomen en het vermogen van jongeren doorgaans nog relatief laag. Ook worden jongeren vaker slachtoffer van criminaliteit dan ouderen. Op het gebied van gezondheid is het patroon andersom. Het percentage mensen dat positief oordeelt over zijn of haar gezondheid neemt juist af met de leeftijd. Ook is het onderwijsniveau van jongeren hoger dan dat van ouderen. De verschillen in brede welvaart tussen mannen en vrouwen zijn gering. Voor tien van de twaalf indicatoren verschilt hun positie hoegenaamd niet van het gemiddelde. Mannen zijn alleen minder vaak werkloos, en ervaren hun gezondheid positiever.
Laagopgeleiden minder positief over persoonlijk welzijn
Dat hoogopgeleiden op de meeste gebieden een relatief hoge brede welvaart hebben, komt ook duidelijk naar voren in hun persoonlijk welzijn: ruim drie kwart beoordeelt dit positief, tegenover de helft van de laagopgeleiden. De persoonlijke welzijnsindex is een overkoepelende index die een samenvatting geeft van het oordeel van mensen over een aantal relevante levensdomeinen zoals de financiële situatie, het sociale leven en de gezondheid. Hoogopgeleiden zijn op alle vlakken positiever dan laagopgeleiden, met uitzondering van de tevredenheid met het sociale leven.
Niet-westerse achtergrond
Personen met een niet-westerse achtergrond hebben met 44,6 procent minder vaak een hoog persoonlijk welzijn dan mensen met Nederlandse achtergrond (64,8 procent). Personen met een westerse achtergrond zitten hier tussenin. Het vertrouwen in instituties is het enige onderdeel van de persoonlijke welzijnsindex waarover mensen met een niet-westerse achtergrond positiever zijn dan degenen met een Nederlandse achtergrond.
Hoogopgeleiden vaker slachtoffer van criminaliteit
Hoogopgeleiden hebben wat nagenoeg alle indicatoren betreft een hogere brede welvaart dan laagopgeleiden. Dat geldt echter niet voor het thema veiligheid: hoogopgeleiden zijn vaker slachtoffer van criminaliteit (18,5 procent) dan middelbaar (15,4 procent) en laagopgeleiden (11,9 procent). Personen met een Nederlandse achtergrond en personen met een westerse migratieachtergrond komen met respectievelijk 14,5 en 15,4 procent in vrijwel gelijke mate in aanraking met criminaliteit. Personen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn vaker dan gemiddeld slachtoffer van criminaliteit (19,5 procent). Dit kan niet worden verklaard door de gemiddeld jongere leeftijd van de groep met een niet-westerse migratieachtergrond.