Een jaar later was dat opgelopen naar 11 procent. Veel statushouders zijn dan nog aan het inburgeren. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS, dat in opdracht van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Justitie en Veiligheid, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft onderzocht hoe het asielzoekers vergaat die vanaf 2014 in Nederland zijn aangekomen.
In 2014 kregen 20 duizend asielzoekers een verblijfsvergunning asiel. Bijna drie kwart van deze statushouders komt uit Syrië (10 duizend) of Eritrea (4 duizend). Na het verkrijgen van de vergunning moeten de statushouders binnen drie jaar slagen voor het inburgeringsexamen. Op 1 oktober 2016 was dat nog maar gemiddeld 6 procent gelukt. Van de statushouders uit Syrië en Eritrea was dat nog iets lager (5 procent en 4 procent).