Zes wijzigingen
In een brief aan de Tweede Kamer benoemt het kabinet zes elementen die gericht zijn op het aanscherpen van de werking van de wet. 'Het gaat onder meer om het delen van informatie met andere landen, de bewaartermijnen en de gerichte inzet van bijzondere bevoegdheden. De Wiv gaat, zoals beoogd, in per 1 mei 2018', aldus de ministeries.
'Recht aan referendumuitslag '
De aanpassingen doen naar het oordeel van het kabinet recht aan de referendumuitslag en zijn tegelijkertijd werkbaar voor de diensten. Zij hebben de Wiv nodig om hun werk goed te kunnen doen voor de veiligheid van Nederland. Tegelijk heeft het kabinet de zorgen die leven goed gehoord en wordt de wet daarom op punten aangepast.
Meerderheid tegen Wiv 2017
Op 21 maart 2018 is een raadgevend referendum gehouden over de Wiv 2017. De Kiesraad heeft op 29 maart de uitslag definitief vastgesteld. Daaruit blijkt dat 46,53% van de kiezers voor de wet hebben gestemd, 49,44% tegen de wet en 4% blanco. Het betreft hier een geldige uitslag. De in de wet opgenomen opkomstdrempel is gehaald. Volgens de wet op het raadgevend referendum heeft het kabinet de wet heroverwogen en zich beraden over welke gevolgen het verbindt aan de uitslag van het referendum.
Aanpassingen en waarborgen
Het kabinet heeft besloten om de wet te laten ingaan per 1 mei 2018 met inbegrip van zes elementen. De eerste twee genoemde beleidsregels worden zo snel mogelijk gewijzigd in de wet.
Versnelde weging van samenwerking met buitenlandse diensten
Om te beoordelen met welke landen de diensten in welke mate informatie kunnen delen, worden wegingsnotities opgesteld en actueel gehouden aan de hand van criteria als het respecteren van mensenrechten, democratische inbedding van de veiligheidsdiensten en de professionele standaarden van de diensten, zoals de bescherming van data en de organisatie van toezicht. Voor het opstellen van deze wegingsnotities was eerst twee jaar voorzien. Nu is besloten dat de wegingsnotities nog dit jaar moeten worden afgerond. Zonder afgeronde wegingsnotitie wordt geen ongeëvalueerde informatie gedeeld. Toezichthouder CTIVD wordt gevraagd hierop toe te zien en te rapporteren aan Tweede Kamer.
Bijzondere bevoegdheden, waaronder onderzoeksopdracht gerichte (OOG)-interceptie op de kabel, worden zo gericht mogelijk ingezet. Er wordt een beleidsregel opgesteld die vastlegt dat, in het verlengde van de motie Recourt (vergaderjaar 2016–2017, 34 588, nr. 55), de inzet van de bevoegdheden door de diensten zo gericht mogelijk dient te zijn. Daarbij wordt een eventuele inbreuk op de grondrechten van derden nadrukkelijk meegewogen.
Gerichtheid van de inzet wordt daarom binnen de wettelijke eis van proportionaliteit beoordeeld en dient expliciet te worden beschreven in de aanvraag tot de inzet van een bijzondere bevoegdheid. De betrokken ministers zullen geen toestemming geven voor de inzet van de bijzondere bevoegdheid, indien deze toelichting niet adequaat is opgenomen. De TIB wordt verzocht dit punt bij haar rechtmatigheidstoets te betrekken en de CTIVD wordt verzocht om hierover te rapporteren.
Aanpassing praktijk bewaartermijn drie jaar
Data verkregen uit OOG-interceptie op de kabel wordt niet langer automatisch drie jaar bewaard. Ieder jaar wordt beoordeeld of informatie bewaard moet blijven en moet de minister daarvoor toestemming verlenen. Indien die toestemming niet verleend wordt, moet de data vernietigd worden. De jaarlijkse beoordeling kan niet leiden tot een langere totale bewaartermijn van drie jaar.
Naast deze beleidsregels verduidelijkt het kabinet drie waarborgen in de Wiv 2017 ten behoeve van de uitvoeringspraktijk. Zo schrijft het kabinet aan de Kamer dat het vrijwel uitgesloten is dat OOG-interceptie op de kabel de komende jaren wordt ingezet voor onderzoek naar communicatie met oorsprong en bestemming in Nederland (met uitzondering van onderzoek in het kader van cyber defence, omdat bij digitale aanvallen misbruik wordt gemaakt van de Nederlandse digitale infrastructuur). Ook benoemt het kabinet daarnaast expliciet het borgen van de omgang met medische gegevens en de bescherming van journalisten.
Wetswijziging
De beleidsregels die zien op de samenwerking met buitenlandse diensten en de mate van gerichtheid bij OOG-interceptie op de kabel worden zo snel mogelijk in de wet gewijzigd. De aangekondigde evaluatie van de Wiv 2017 ziet toe op de gehele wet inclusief de andere nu genoemde punten. Na de evaluatie wil het kabinet opnieuw met een wetswijziging komen. De resultaten van de evaluatie worden daarin vanzelfsprekend meegenomen.