Hij wordt ervan verdacht dat hij op 11 mei 2017 samen met anderen op Schiphol 19 kilo cocaïne uit Colombia heeft ingevoerd. Tevens verdenkt het OM hem ervan dat hij in de periode 25 januari tot en met 26 juni 2017 op Schiphol, in Almere en in Amsterdam samen met anderen voorbereidingshandelingen heeft gepleegd voor de invoer van cocaïne. Volgens het OM blijft verdachte vanuit financieel gewin maar doorgaan met de handel in harddrugs.
Cocaïne tussen de bloemen
Bij cocaïnesmokkel via luchthavens is de deklading in de regel een vracht bloemen. Dat was ook in dit onderzoek het geval. Omdat bloemen verwelken, is het zaak dat zulke transporten snel verwerkt worden. Er is weinig tijd voor uitgebreide controle van de vrachten.
Uit opgenomen gesprekken blijkt dat dit de wijze is waarop de verdachte in dit onderzoek werkt. Hij is volgens het OM de contactpersoon voor zowel de mensen in het land van verzending van de drugs als voor degene die in contact staat met de persoon of personen die de drugs eruit moet halen.
Het OM verwijt verdachte dat hij 19 kilo cocaïne op deze wijze op Schiphol heeft ingevoerd, maar daarnaast over een langere periode voorbereidingshandelingen heeft getroffen voor nog veel meer cocaïne transporten. De partij van 19 kilo cocaïne werd op 11 mei verstopt in een doos onder de bloemen aangetroffen door de Douane.
Start onderzoek
De verdachte is begin januari van dit jaar in het vizier gekomen tijdens een ander onderzoek. De hoofdverdachte van dat onderzoek bleek samen met anderen iets te willen verkopen aan de verdachte die vandaag terechtstaat. Laatstgenoemde werd op 26 juni aangehouden.
Het is zeker niet de eerste keer dat de thans 55-jarige verdachte in aanraking komt met justitie voor dit soort misdrijven. Op zijn strafblad prijken veroordelingen tot jarenlange gevangenisstraffen voor Opiumwet-gerelateerde feiten. In de meest recente zaak uit 2006 is verdachte in hoger beroep veroordeeld tot maar liefst 9 jaar gevangenisstraf voor de invoer van ruim 4000 kilo cocaïne.