Volgens de Limburger had de vrouw een mail gestuurd waarin zij haar collega uitmaakte voor ‘blindj vèrke’ en ‘kutmogool’. De mail was bij de blinde collega terecht gekomen en is hiermee naar zijn baas gegaan.
De rechtbank stemde in met het ontslag van de vrouw, maar ze kreeg wel een afkoopsom mee. De vrouw zou de mail uit frustratie hebben gestuurd naar aanleiding van de negatieve en laconieke werkhouding van de blinde collega. Beklag bij haar leidinggevende zou niets hebben opgeleverd.