In de nacht van zaterdag 25 op zondag 26 juni ontstond rond 01.15 uur een ruzie bij het geldautomaat aan het Koopmansplein in Assen. Op camerabeelden is te zien dat de verdachte het slachtoffer een keiharde trap tegen zijn hoofd geeft. Het slachtoffer ligt op dat moment op de grond. De officier van justitie kwalificeerde dit tijdens de zitting op 6 juli jl. als poging doodslag en eiste een gevangenisstraf van 18 maanden.
De rechtbank oordeelde anders en sprak de verdachte hiervan vrij. De rechtbank overweegt hierbij dat niet vast is komen te staan wáár tegen het hoofd is geschopt, en ook niet hoe hard. De rechtbank kwam alleen tot een bewezenverklaring voor poging tot zware mishandeling en legde hiervoor een taakstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op.
Getuigenverklaringen
De officier van justitie vindt de overwegingen voor de vrijspraakonbegrijpelijk gelet op de diverse verklaringen in het dossier. Zeven getuigen en twee verbalisanten verklaren dat er met grote kracht tegen het hoofd is geschopt. Er zijn geen verklaringen die op iets anders wijzen. En hoewel de getuigenverklaringen verschillen over de exacte plek waar aangever is geraakt, is dit verschil slechts minimaal (gezicht, achterhoofd, linkerkant van het hoofd).
Het schoppen op de wijze zoals de verdachte heeft gedaan, levert volgens de officier van justitie hoe dan ook een poging tot doodslag op. Of het slachtoffer nu tegen het gezicht of tegen het achterhoofd wordt geschopt.
De opgelegde straf past volgens het OM in het geheel niet bij hetgeen zich feitelijk heeft voorgedaan en wat naar de mening van het OM een poging tot doodslag oplevert. Daarom heeft de officier van justitie woensdag hoger beroep ingesteld.