Dijkhoff: “Het besef van investeren in cybersecurity groeit in Nederland in de gehele maatschappij. Toch moeten we blijven investeren in kennis en kunde om als Nederland op topniveau te blijven. Daarom spreken we met het bedrijfsleven, het onderwijsveld en vertegenwoordigers uit vitale sectoren. We moeten samenwerken om Nederland digitaal veilig te houden. Dit cybersecuritybeeld bevestigt dat iedereen nodig is om de snel digitaliserende wereld veilig te houden. Bedrijven door bijvoorbeeld geld te reserveren om hun netwerk veilig te houden, gewone Nederlanders door digitaal veilige spullen te kopen.”
Net als vorig jaar blijft cybercriminaliteit een belangrijk punt van aandacht. Cyberaanvallen zijn aantrekkelijk vanwege de grote impact door inzet van vrij beperkte middelen en raken de gehele samenleving. De dreiging van statelijke actoren houdt aan, meer dan honderd landen spioneren wereldwijd met digitale middelen. Ook worden door digitale aanvallen democratische processen beïnvloed.
De ontwikkeling van internet of things brengt naast kansen ook veel risico’s met zich mee. Veel apparaten bevatten kwetsbaarheden waarvoor geen beveiligingsupdates uitkomen. Op die manier kunnen deze apparaten worden misbruikt voor bijvoorbeeld DDoS-aanvallen. Ook de sterke afhankelijkheid van een beperkt aantal buitenlandse aanbieders van infrastructuurdiensten brengt risico’s met zich mee. Hoewel grote leveranciers zich beter tegen aanvallen kunnen wapenen, zorgt de afhankelijkheid ervan voor grote impact als zij wel geraakt worden.
Volgens Dijkhoff laten de bevindingen uit het CSBN zien dat er de komende jaren geïnvesteerd moet blijven worden om de digitale weerbaarheid van Nederland te vergroten. “De afgelopen jaren is er structureel meer geld vrijgemaakt in de begroting van Veiligheid en Justitie om de Nederlandse cybersecurity te versterken. Daarbij zijn bijvoorbeeld de publiek-private samenwerking versterkt en de aanpak van cybercrime en detectie van digitale dreigingen geïntensiveerd. Gezien het zorgelijke beeld van 2017 blijven deze acties en investeringen broodnodig.”