'Ook heeft K. wapens geleverd aan dit regime. Daarmee heeft hij het wapenembargo geschonden dat was ingesteld door de Verenigde Naties', zo meldt het gerechtshof vrijdag.
Zakelijke belangen
Guus K. was van 1999 tot 2003 een internationale zakenman met grote belangen in houtkapbedrijven in Liberia. Zijn zakelijke belangen waren verstrengeld met de politieke, financiële en privébelangen van (het regime van) Charles Taylor, de toenmalige president van Liberia.
Houtkapbedrijven
K. gebruikte de houtkapbedrijven om partijen wapens te importeren, op te slaan en te distribueren in Liberia. Deze wapens werden door Taylor gebruikt in een gewapend conflict met rebellen, waarbij gedurende meerdere jaren weerloze burgers het slachtoffer werden.
Altijd ontkend
K. heeft tot op de dag van vandaag de feiten ontkend en over zijn motieven geen helderheid verschaft. Hij lijkt niet zozeer uit politiek of ideologisch motief te hebben gehandeld maar uit winstbejag. Hij wilde zijn inkomsten uit de houtkapbedrijven en zijn investeringen in Liberia niet verliezen.
Ernstige oorlogsmisdrijven
Het hof vindt het van groot belang om aan de slachtoffers en nabestaanden, als ook aan de internationale rechtsgemeenschap duidelijk te maken hoe ernstig het handelen van K. wordt beoordeeld. Zakenmensen zoals K, die handelen met regimes als die van Charles Taylor moeten ervan doordrongen worden dat zij daardoor bij ernstige oorlogsmisdrijven betrokken kunnen raken.
Ander oordeel
Het hof in ’s-Hertogenbosch komt tot een ander oordeel dan de rechtbank (2006) en het hof (2008) in Den Haag. Het hof in Den Haag sprak K. vrij wegens gebrek aan betrouwbaar onderzoek en bewijs. Sinds de Hoge Raad (2010) de zaak naar dit hof verwees, heeft er echter veel nieuw onderzoek plaatsgevonden. Er zijn tientallen getuigen gehoord, zowel in Nederland als in het buitenland (o.a. in Liberia, de Verenigde Staten en Hong Kong).
Verder hebben er schouwen plaatsgevonden in Liberia en zijn er anonieme getuigen gehoord door een raadsheer-commissaris. Hieruit komt, anders dan destijds bij het hof in Den Haag, een consistent en betrouwbaar beeld naar voren, op basis waarvan het hof de feiten bewezen acht.
Broze gezondheid
K. is inmiddels een man van gevorderde leeftijd, met een broze gezondheid. Desalniettemin vindt het hof, op basis van het advies van een arts, dat hij in staat is om detentie te ondergaan. Het gaat hier om ernstige oorlogsmisdrijven, die de rechtsorde sterk hebben geschokt. Het hof beveelt dan ook - overeenkomstig de vordering van de Advocaten-Generaal - de gevangenneming van K.