In 2014/2015 meldt ruim 36 procent van de jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) wel eens te roken. Van de volwassenen van 25 jaar of ouder is dit 25 procent. Daarnaast is van de 18- tot 25-jarigen ruim 14 procent een overmatige drinker, tegen ruim 9 procent van de Nederlanders van 25 jaar of ouder. Verder meldt ruim 23 procent van de 18- tot 25-jarigen het gebruik van cannabis in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête. Van de 25-plussers was dit bijna 5 procent.
Jongvolwassenen gebruiken vaker meer dan één genotmiddel
Het blijkt dat verschillende ongezonde gedragingen vaak voorkomen bij dezelfde personen. Jongvolwassenen gebruiken bijna drie keer zo vaak als 25-plussers twee genotmiddelen: 17 procent tegen 6 procent. Ook gebruiken meer jongvolwassenen drie middelen. Bijna 5 procent rookt, is een overmatige drinker en gebruikt cannabis, tegen bijna 1 procent van de 25-plussers. Bijna 26 procent van de 18- tot 25-jarigen meldt het gebruik van één genotmiddel: ze roken, drinken overmatig óf hebben cannabis gebruikt in de afgelopen 12 maanden. Dit is niet meer dan onder mensen van 25 jaar of ouder. Ruim de helft van de jongvolwassenen rookt niet, is geen zware drinker en gebruikt geen cannabis in de afgelopen 12 maanden, tegen bijna 68 procent van alle 25-plussers.
Roken gaat vaak samen met cannabisgebruik
Van de jongvolwassenen die aangeven één van de drie genotmiddelen te gebruiken, gaf ruim 62 procent aan te roken. Bijna 14 procent zegt overmatig te drinken en ruim 24 procent heeft cannabis gebruikt.
Van de 18- tot 25-jarigen met twee ongezonde leefstijlfactoren meldt bijna 65 procent te roken én cannabis te hebben gebruikt. Ruim 27 procent van hen rookte en was in dezelfde periode een overmatige drinker, terwijl ruim 8 procent overmatig drinkt en cannabis gebruikt.