Het nam met bijna 2 procent toe naar ruim 14 honderd bedrijven. Van de veestapel liet het biologische pluimvee (+65 procent) en het melkvee (+54 procent) de sterkste groei zien. Dit meldt CBS op basis van de laatste cijfers van 2016.
Het aantal biologisch gehouden kippen steeg van 2011 tot en met 2016 met bijna twee derde naar meer dan 3 miljoen. Dat is 3 procent van alle Nederlandse kippen. Het aantal bedrijven dat zich bezighield met de biologische pluimveehouderij steeg in die periode met 24 procent. Verder groeide ook het aantal biologische geiten (+43 procent) en varkens (+27 procent). De omvang van de biologische schapenstapel nam van 2011 tot en met 2016 juist af (-35 procent).
Groei biologische rundveehouderij
Ook de biologische rundveehouderij groeide van 2011 tot en met 2016 sterk. In de melkveehouderij nam het aantal melk- en kalfkoeien in vijf jaar tijd met meer dan 50 procent toe. In totaal groeide de biologische rundveestapel naar bijna 70 duizend dieren. Dat is 2 procent van de totale rundveestapel in Nederland. De groei van de biologische rundveehouderij is ook merkbaar in de toename van het areaal biologisch grasland (ruim 10 procent). Verder is ook het aantal runderen dat in de fase van omschakeling naar biologische landbouw zit, gegroeid. In twee jaar tijd, van 2014 tot en met 2016, vond daar een vertienvoudiging van het aantal dieren plaats.
Groter areaal biologische landbouw
In 2016 telde Nederland 539 bedrijven met biologische akkerbouw, ruim 4 procent meer dan vijf jaar eerder. Deze bedrijven besloegen samen ruim 10 duizend hectare akkerbouwgrond, een lichte groei van 2 procent ten opzichte van 2011. Het aantal bedrijven met biologische tuinbouw nam toe. Vooral de biologische tuinbouw op open grond kende een groei; daar steeg het aantal bedrijven met 7 procent, en het areaal open tuinbouwgrond werd uitgebreid met 43 procent. In de biologische glastuinbouw nam het aantal telers juist iets af (3 procent), wel groeide daar het areaal glastuinbouw, ook met ongeveer 3 procent.