Dit blijkt uit NIVEL-onderzoek naar informatie over medicijnen onder Nederlandse patiënten gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Bijsluiter: veel gebruikt
Vrijwel iedereen kent en gebruikt de bijsluiter. Van de mensen die op zoek gaan naar informatie over medicijnen, doet 89% dat in de bijsluiter. Daarmee is dit een belangrijke bron van informatie, die wel beter kan worden benut. Patiënten vinden dat er verbeteringen nodig zijn aan de bijsluiter. NIVEL-onderzoeker Liset van Dijk: “de informatie in de bijsluiter moet korter, gemakkelijker en met een duidelijkere vormgeving. Bijsluiters die apothekers zelf meegeven zijn vaak al korter en gemakkelijker en patiënten begrijpen de informatie daarin beter”. Een mogelijke aanvulling op de bijsluiter met name voor laaggeletterden en oudere migranten, is het gebruik van animatievideo’s.
Digitale informatie: wegwijzer nodig
Een deel van de patiënten kan niet alle relevante informatie over hun medicijnen vinden op het internet. Het aanbod van digitale informatie over medicijnen is enorm groot en de patiënten kunnen niet altijd websites met betrouwbare informatie vinden. Zorgverleners kunnen patiënten hierin de weg wijzen. Ook binnen een website moet de informatie makkelijker te vinden zijn. Uit een test onder 25 patiënten bleek dat twee derde moeite had informatie te vinden op websites. Zij gaven aan dat een duidelijke ordening van de informatie en een heldere lay-out belangrijk zijn.
Input van patiënten cruciaal
Input van patiënten in het ontwikkelen en testen van informatiebronnen is cruciaal. Dat geldt ook voor het begrijpelijk maken van teksten. NIVEL-onderzoeker Liset van Dijk: “Inbreng van laaggeletterden hierbij kan bijvoorbeeld helpen teksten voor grote groepen patiënten toegankelijk te maken. Laag opgeleiden hebben al op jongere leeftijd een achterstand in het zoeken, vinden en begrijpen van informatie. Ook voor oudere migranten is het niet eenvoudig begrijpelijke informatie te vinden”. Oudere migranten die deelnamen aan het onderzoek gaven aan behoefte te hebben aan mondelinge informatie, bijvoorbeeld in groepsbijeenkomsten in hun woonplaats.
Methoden
Het onderzoek gebruikte een combinatie van desk research (beknopte literatuurstudie), kwantitatieve methoden (peiling in het Consumentenpanel Gezondheidszorg) en kwalitatieve methoden (focusgroepen en een user-test). Op grote lijnen laten de resultaten van de verschillende methoden – daar waar overlap zat in de vragen – een zelfde beeld zien.