Vrijwel overal zal het aantal huishoudens blijven toenemen. Dit blijkt uit de Regionale bevolkings- en huishoudensprognose 2016 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Sterke bevolkingsgroei in de grote en middelgrote gemeenten
Van de verwachte groei van de Nederlandse bevolking – bijna 950 duizend tussen 2015 en 2030 - zal bijna drie kwart plaatsvinden in de grotere gemeenten, met 100 duizend of meer inwoners erbij. De grootste groei wordt verwacht voor de vier grote steden, die in 2030 gemiddeld 15 procent meer inwoners dan in 2015 zullen tellen. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, zijn samen goed voor een derde van de Nederlandse bevolkingsgroei per saldo tot 2030.
In het westen van Nederland zijn er diverse andere sterke groeiers zoals Almere, Haarlem, Haarlemmermeer en Amersfoort. Hier groeien ook diverse buurgemeenten van de grote steden sterk, zoals Diemen bij Amsterdam en Rijswijk bij Den Haag. In het zuiden van Nederland wordt de groei getrokken door de Brabantse steden Tilburg, Eindhoven, Den Bosch en Breda. In het oosten van Nederland blijft het inwonertal van Zwolle, Arnhem, Nijmegen en Ede sterk groeien. In het noorden kennen Groningen en Leeuwarden een beduidende groei.
Perifeer Nederland loopt verder leeg
Vooral kleinere gemeenten zullen hun bevolking verder zien afnemen. Dit is onder meer het geval in Drenthe, Noordoost-Groningen, de Achterhoek, Noord-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. In 2030 zal bijna een op de vijf gemeenten minder inwoners tellen dan nu. Daartegenover staan ook veel kleine gemeenten met een groeiende of stabiel blijvende bevolking. Verder naar de toekomst zal de bevolking van Nederland minder hard groeien, waardoor steeds meer kleinere gemeenten te maken zullen krijgen met krimp.
Verschillen in vergrijzing steeds groter
Het aandeel 65-plussers ligt in de grote steden beduidend lager dan in de kleinere gemeenten; dit verschil in vergrijzing zal in de toekomst verder toenemen. Naar verwachting tellen de grote steden in 2030 gemiddeld 17 procent ouderen, tegenover 26 procent in de kleinere gemeenten. In het begin van deze eeuw was de vergrijzing in zowel grote, middelgrote als kleinere gemeenten nog vrijwel gelijk, bijna 15 procent. Steden zijn en blijven relatief jong door de continue instroom van jongeren, die daar vaak blijven wonen als ze een partner vinden en kinderen krijgen. De kleinere gemeenten hebben juist te maken met een uitstroom van jongeren. Dit is het sterkst te zien in de regio’s buiten de Randstad.
Bijna overal in Nederland meer huishoudens
In vrijwel alle gemeenten zal het aantal huishoudens toenemen, in totaal tussen 2015 en 2030 rond 700 duizend extra huishoudens. Dit betekent dat bijna overal in Nederland nog extra woningen moeten worden gebouwd. In slechts enkele gemeenten, voornamelijk aan de oostgrens van Nederland, zal het aantal huishoudens niet meer toenemen of zelfs afnemen.