'Doel van deze procedure is het afschaffen van rookruimtes in de horeca om zo het rookverbod in de gehele horecasector verder door te trekken. De aanwezigheid van rookruimtes in de horeca druist in tegen alle afspraken die Nederland hierover in internationaal verband heeft gemaakt', aldus CAN.
Sinds 2005 is Nederland partij bij de Kaderovereenkomst van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) voor de bestrijding van tabaksgebruik. Deze overeenkomst vereist een actieve opstelling van de overheid om het gebruik van tabak te ontmoedigen.
Ook schrijft ze maatregelen voor om te voorzien in de bescherming tegen blootstelling aan tabaksrook door werknemers en bezoekers van openbare ruimten. De voorgeschreven maatregelen vergen een 100% rookverbod in de horeca. De aanwezigheid van rookruimtes druist lijnrecht in tegen de verplichtingen op grond van dit door Nederland ondertekende verdrag.
In de afgelopen jaren – vooral sinds oktober 2014 toen het rookverbod voor de gehele horeca is gaan gelden - is het aantal rookruimtes in de horeca toegenomen. Roken is voor veel mensen geen vrije keuze, maar een zware verslaving.
'Zien roken doet roken'
Rookruimtes faciliteren niet enkel het roken, maar stimuleren ook het roken: ‘zien roken doet roken’. Daarom zijn rookruimtes een ondermijning van de ‘niet-roken norm’ en de tabakswet. De uitspraak van de Hoge Raad in oktober 2014, dat roken in de gehele horeca niet is toegestaan, brengt tevens met zich mee dat het hebben van een rookruimte tot het verleden behoort.
Het WHO Kaderverdrag verbiedt het roken in openbare ruimten. Rookruimtes vallen hier ook onder. In horeca met een rookruimte blijkt dat ook buiten de rookruimtes de lucht veelal kankerverwekkende rookdeeltjes bevat en zodoende een gezondheidsrisico voor iedereen is.
Voor horecaondernemers zonder mogelijkheid voor een rookruimte is het een vorm van oneerlijke concurrentie, met name omdat sommige rookruimtes even groot en aantrekkelijk zijn als de horecagelegenheid zelf. CAN eist algeheel rookverbod in de horeca Clean Air Nederland eist van de overheid dat zowel in het belang van de horecaondernemer als in het belang van de gasten er een algeheel rookverbod komt, zonder uitzondering van rookruimtes.