De rechtbank spreekt beide verdachten vrij van de te last gelegde poging doodslag of opzettelijke zware mishandeling omdat niet kan worden bewezen dat zij de opzet hadden om het meisje te doden.
Dominante stiefmoeder
'Daarom zijn de straffen aanmerkelijk lager dan door het Openbaar Ministerie werd geëist. De stiefmoeder krijgt een hogere straf dan de vader omdat haar het ernstigste feit is aan te rekenen en zij een dominante rol had binnen het gezin', aldus de rechtbank.
Onderkoeling
Het meisje van 12 jaar oud is op 16 februari 2015 naar het LUMC in Leiden gebracht, nadat zij bewusteloos en met een hartstilstand was aangetroffen. In het ziekenhuis is een ondertemperatuur van 23 graden vastgesteld. Omdat reanimatie niet lukte is de borstkas van het meisje geopend en een hartlongmachine aangesloten. Op die manier is het meisje opgewarmd en uiteindelijk drie dagen later uit coma gehaald.
Gedeeltelijke vrijspraak
Volgens de rechtbank kan het niet anders zijn dan dat het meisje zo’n ondertemperatuur heeft gekregen doordat zij te slapen is gelegd in een te koude ruimte, met onvoldoende beddengoed of dekens, in een nacht waarin het tot vijf graden zou vriezen.
Volgens de rechtbank is er geen bewijs dat de vrouw de opzet had om haar stiefdochter te doden of zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Omdat de vrouw het meisje te koud te slapen heeft gelegd is opzettelijke mishandeling met als gevolg zwaar lichamelijk letsel wel bewezen.
De vader van het meisje was die betreffende nacht niet aanwezig in de woning en heeft zijn dochter niet te slapen gelegd. Daarom wordt hij van dit feit vrijgesproken.
Vaker kindermishandeling en onthouden van passende medische zorg
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat er voor 16 februari 2015 sprake is geweest van verschillende vormen van kindermishandeling ten aanzien van beide kinderen en het nalaten passende medische zorg in te roepen ten aanzien van het meisje. Zowel de vrouw als haar man hebben zich daaraan schuldig gemaakt.
Geen tbs
De officier van justitie had wat betreft de vrouw, naast terbeschikkingstelling (tbs), een celstraf van 6 jaar geëist. De rechtbank oordeelt dat de tbs niet kan worden opgelegd omdat aan de voorwaarden die de wet daartoe stelt niet is voldaan.
De aan de vrouw opgelegde celstraf is lager dan geëist omdat voor het bewezenverklaarde hoofdfeit een aanmerkelijk lager strafmaximum geldt. Tegen de man was een celstraf van 7 jaar geëist. Omdat de bemoeienis van de vader met de onderkoeling niet kan worden bewezen moet ook voor hem de straf lager uitvallen.
Grote gevolgen voor anderen
Niet alleen de kinderen maar ook hun biologische moeder zijn ernstig getroffen door het handelen van verdachten. Zij werd geconfronteerd met de situatie dat haar dochter dreigde te overlijden.
Ook in de maatschappij roepen dergelijke feiten gevoelens van afschuw, onbegrip en geschoktheid op. De rechtbank houdt rekening met het feit dat verdachten nauwelijks verantwoordelijkheid lijken te dragen voor hetgeen zij de kinderen hebben aangedaan.
Eigen veerkracht
Dat het nu goed gaat met de kinderen – in weerwil van de afschuwelijke thuissituatie waarin zij zich door toedoen van verdachten jarenlang hebben bevonden – is vooral te danken aan hun eigen veerkracht.