'Aanleiding voor het vertrek van Van der Ree is een verschil van inzicht over de consequenties van de Wet Normering Topinkomens (WNT), die via de Wet Toezicht op Buma/Stemra van toepassing is verklaard', meldt Buma/Stemra vrijdagmiddag.
Het bestuur stelt zich op het standpunt dat inzake de WNT de lijn van de wetgever gevolgd dient te worden. Deze keuze leidde tot een dialoog tussen bestuur en directie over de bestaande afspraken, vastgelegd in een arbeidsovereenkomst. Buma/Stemra heeft, toen overeenstemming met Van der Ree niet mogelijk bleek, moeten constateren dat aldus sprake was van een wezenlijk verschil van inzicht en dat daarmee een in haar visie niet goed werkbare situatie was ontstaan. Zij heeft daarom het initiatief tot beëindiging van het dienstverband genomen.
Bijna vijf ton mee
Buma/Stemra betaalt aan Van der Ree een beëindigingsvergoeding van €484.861,-, gebaseerd op 15 maandsalarissen. De arbeidsovereenkomst waarin dit is overeengekomen met Van der Ree is tot stand gekomen voor de WNT werd ingevoerd en Buma/Stemra respecteert en honoreert de daarin vastgelegde afspraken.
De kosten voor deze beëindigingsvergoeding vallen binnen de kosten van Buma/Stemra die voldoen aan de voorwaarden van de Wet Toezicht. Het bedrag zal binnen de organisatiekosten van 2015 worden opgenomen. Wel is het zo dat de opvolger van Van der Ree minder zal gaan verdienen, omdat hij of zij onder de Wet Normering Topinkomens zal komen te vallen en daarmee maximaal een ministersalaris zal verdienen.
Van der Ree werkt sinds 2010 bij Buma/Stemra. Het bestuur onderstreept – als in eerdere communicatie – dat zij zeer tevreden is en was over het functioneren van haar directievoorzitter en dat dit functioneren geen enkele invloed heeft gehad op de besluitvorming.