In de visie van het OM heeft zij zich schuldig gemaakt aan doodslag op haar 2-jarige zoontje en een poging doodslag op haar toentertijd 7-jarige dochter in december 2012.
Op 23 december 2012 reed de vrouw met haar auto en haar beide kinderen het water in op de Diepweg bij Stuifzand. De vrouw en haar dochter konden zelf uit de auto klimmen. De vrouw heeft geprobeerd haar dochter tegen te houden door haar bij haar voet te pakken.
De vrouw werd in verwarde toestand aangehouden. Het jongetje is door hulpverleners uit de auto gehaald en werd gereanimeerd maar zonder resultaat. Uit onderzoek is gebleken dat het jongetje al voor het ongeluk niet meer in leven was; zijn moeder heeft hem in hun woning door verstikking om het leven gebracht. De vrouw heeft het lichaam van het jongetje vervolgens in een doos achterin haar auto gezet.
Op basis van uitgebrachte rapportages staat vast dat verdachte ten tijde van de dramatische gebeurtenissen in een psychose verkeerde. Daardoor is zij geheel ontoerekeningsvatbaar. Dat neemt niet weg dat volgens het OM vaststaat dat de vrouw met opzet haar zoontje heeft gedood en heeft gepoogd ook haar dochter om het leven te brengen. Van voorbedachte raad kan, gezien de uitermate verwarde toestand waarin de vrouw verkeerde, geen sprake geweest zijn, zo heeft de advocaat-generaal betoogd.
De rechtbank ontsloeg de vrouw van alle rechtsvervolging en legde de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar op. Het OM had tbs met dwangverpleging gevraagd en stelde hoger beroep in.
De diverse deskundigen die de vrouw hebben onderzocht zijn het erover eens dat zij moet worden behandeld, maar de adviezen met betrekking tot de op te leggen maatregel lopen uiteen. Deze adviezen en het ontbreken van het zogeheten gevaarscriterium, vereist voor het opleggen van tbs, brachten deadvocaat-generaal tot het oordeel dat tbs met dwangverpleging niet langer de aangewezen maatregel is. Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van een jaar is passend, vindt het OM.
Het hof doet (naar verwachting) uitspraak op 10 december.