'Het is volstrekt duidelijk dat deze verdachte niet heeft gewild dat het zo tragisch zou eindigen', zei de officier, 'maar dit ongeluk had voorkomen kunnen worden als de schipper zijn verantwoordelijkheid had genomen en zich aan de regels had gehouden'. Ze achtte dood door schuld bewezen. Allereerst vanwege het gebruik van alcohol. De verdachte was zodoende onder invloed van alcohol, maar ook de man die de boot bestuurde had vermoedelijk te veel gedronken.
Ten tweede is het verplicht een vaarbewijs te hebben om de boot in kwestie te mogen besturen. De verdachte verklaarde dat het slachtoffer hem had verteld over zo’n bewijs te beschikken; feit is dat hij geen vaarbewijs had. Eerder op de dag leek het erop dat hij de boot niet goed onder controle had. Desondanks liet de schipper hem varen. Ten derde voer de boot te snel. Op basis van camerabeelden, technisch onderzoek en getuigenverklaringen kan gesteld worden dat de boot in ieder geval 23 kilometer per uur voer terwijl 6 kilometer per uur is toegestaan. Ten slotte is de dodemansknop niet gebruikt, wat wel verplicht is, en heeft de schipper geen instructies gegeven over de manier van varen.
De officier van justitie eiste een werkstraf van 200 uur. Daarbij woog ze enerzijds mee dat hij zeer onvoorzichtig en nalatig had gehandeld en documentatie heeft voor verkeersdelicten. Anderzijds woog ze de persoonlijke omstandigheden zwaar mee. De verdachte kampt nog met recente ingrijpende ervaringen in zijn privéleven, heeft volledige openheid van zaken gegeven en wordt ook verteerd door gevoelens van spijt en verdriet. De vriendin van de overleden man merkte in haar slachtofferverklaring op “we hebben allemaal verloren”. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.