Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek waarmee Gert-Jan Lauret van het Catharina Ziekenhuis woensdag 8 juli promoveerde. Een maand eerder was Hugo Fokkenrood, eveneens promovendus vanuit het Catharina Ziekenhuis, in het nieuws met zijn promotieonderzoek waarin hij aantoonde dat gesuperviseerde looptherapie bij etalagebenen een besparing van 33 miljoen per jaar kan opleveren voor de Nederlandse gezondheidszorg.
In een door Lauret uitgevoerde landelijke enquête zegt driekwart van de vaatchirurgen dat zij patiënten met claudicatio intermittens, de medische term voor ‘etalagebenen’, doorverwijzen naar een fysiotherapeut voor looptraining. “Dat is vreemd”, zegt Lauret. “Want in alle internationale richtlijnen staat dat je een patiënt met etalagebenen eerst gesuperviseerde looptherapie moet aanbieden. Eigenlijk zou het dus 100 procent moeten zijn.”