De rechtbank acht bewezen dat de man plannen had om een overval te plegen en dat het geld dat hij daarbij zou buitmaken bestemd was jihadistische strijders in Syrië.
Algemeen bekend is dat jihadistische groepen in Syrië zich op grote schaal schuldig maken aan grove mensenrechtenschendingen. Door strafbare handelingen te verrichten met het oogmerk om die jihad te laten voortduren en in stand te houden, heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een ernstig terroristisch misdrijf.