De patiënte kreeg eind 2013 een hersenbloeding. Ze zat in een rolstoel, kon zich niet verplaatsen, niet opstaan, naar de wc of zelfs maar verzitten zonder hulp. Ze was volkomen afhankelijk van verzorgend personeel. Ze gaf herhaaldelijk aan haar leven te willen laten beëindigen.
In kort geding bepaalden twee rechters dat het verpleeghuis waarin zij zat moest meewerken aan haar vertrek, zodat ze in alle rust thuis euthanasie kon krijgen. Eerder dreigde het verpleeghuis dat vertrek te blokkeren. De vrouw kreeg uiteindelijk op 22 april euthanasie.
De vrouw meldde zich in augustus vorig jaar aan bij de Levenseindekliniek. De verpleeghuisarts weigerde mee te werken aan euthanasie, omdat ze niet wilsbekwaam zou zijn en niet ondraaglijk zou lijden. Onderzoek door een arts van de Levenseindekliniek, een onafhankelijk psychiater en een SCEN-arts toonde aan dat ze wél wilsbekwaam was en ook overigens aan de criteria van de Euthanasiewet voldeed.