Dat blijkt uit een brief van minister Opstelten aan de Tweede Kamer. De SGP en ChristenUnie hadden vorig jaar hun bezorgdheid geuit over de beschikbaarheid van uitstapprogramma’s voor prostituees. In 2008 zijn in diverse gemeenten al uitstapprogramma's voor prostituees opgezet met behulp van subsidie van het Rijk, gemeenten en hulpverleningsinstanties. Maar dat zorgde nog niet voor een landelijk dekkend netwerk.
Volgens minister Opstelten kunnen gemeenten goede ondersteuning bieden aan prostituees die uit de branche willen stappen. Uit een rapportage van Regioplan in 2013 bleek dat toen ongeveer 1750 prostituees gebruik hadden gemaakt van de hulp en ondersteuning sinds de start van de uitstapprogramma’s. Ruim duizend van de deelnemers aan de programma’s waren inmiddels ook uit de prostitutie gestapt.
Stoppen met prostitutie betekent een levensverandering, waarbij veel komt kijken. De woonplaats en het sociale netwerk zijn vaak sterk verbonden met het werken als prostituee. Het taboe dat op prostitutie rust, maakt het lastig om zelfstandig een andere wending aan het leven te geven. In de zoektocht naar werk is het bijvoorbeeld moeilijk vertellen over het oude beroep en kan het niet op een CV worden gezet. Vaak is ook niet alleen ondersteuning geboden bij praktische zaken, zoals het vinden van een woning en werk, maar ook bij het oplossen van psychosociale problemen, verslaving en schulden.