De rechtbank oordeelt dat het Havenbedrijf bij het uitgeven van nieuwe haventerreinen geen misbruik heeft gemaakt van een economische machtspositie.
Het Havenbedrijf heeft niet onrechtmatig gehandeld door meer concurrentie tussen de containeroverslagbedrijven te bevorderen. Dat tijdelijk overcapaciteit ontstaat is onvermijdelijk. Het Havenbedrijf dient met het gevoerde beleid het belang van de ontwikkeling van de Rotterdamse haven op langere termijn. Bovendien heeft het maatregelen genomen om de schadelijke gevolgen van die overcapaciteit te beperken.
Aan ECT is geen faire kans onthouden in de aanbestedingsprocedure. Het is de rechtbank niet gebleken dat het Havenbedrijf aan ECT harde toezeggingen heeft gedaan die het niet is nagekomen. De voorwaarden van de door het Havenbedrijf met ECT gesloten overeenkomsten zijn niet ongunstiger dan die van haar concurrenten.