Koning ontvangt minister-president in verband met val kabinet Schoof I
Koning Willem-Alexander heeft dinsdagmiddag 3 juni 2025 minister-president drs. H.W.M. Schoof ontvangen op Paleis Huis ten Bosch. Dit meldt de Rijksvoorlichtingsdienst (RvD) van het Koninklijk Huis dinsdag.
Ministers en staatssecretarissen PVV hebben ontslag aangeboden aan de Koning
Na de conclusie van de voorzitter van de PVV-fractie in de Tweede Kamer dat hij niet langer steun verleent aan het kabinet heeft de minister-president de ministerraad bijeen geroepen. De uitkomst van het beraad is dat de ministers en staatssecretarissen van PVV-huize hun ontslag hebben aangeboden aan de Koning. De minister-president en de overige ministers en staatssecretarissen hebben hun portefeuille of ambt respectievelijk functie ter beschikking gesteld van de Koning.
Ontslag verleend
De Koning heeft, op voordracht van de minister-president, met onmiddellijke ingang op de meest eervolle wijze ontslag verleend aan de ministers en staatssecretarissen die door de voorzitter van de PVV-fractie zijn voorgedragen voor benoeming in het kabinet: •M-F. Agema als vice-minister-president en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
•D.S. Beljaarts als minister van Economische Zaken;
•B. Madlener als minister van Infrastructuur en Waterstaat;
•M.H.M. Faber-van de Klashorst als minister van Asiel en Migratie;
•R.J. Klever als minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp;
alsmede: •I. Coenradie als staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;
•F. Zsolt Szabó als staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
•Ch. A. Jansen als staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;
•V. Maeijer als staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De taken van de ontslagen ministers worden tijdelijk waargenomen door andere ministers in het kabinet.
In overweging genomen
Ten aanzien van de minister-president en de overige ministers en staatssecretarissen heeft de Koning de terbeschikkingstelling in overweging genomen en hen verzocht al datgene te blijven verrichten, wat zij in het belang van het Koninkrijk noodzakelijk achten.